Aanvullend onderzoek

Omdat er geen massawerking op de CT is, wordt een lumbaalpunctie verricht. De uitslagen zijn als volgt:

Kleurloze maar wat troebele liquor, openingsdruk 36 cm H2O (verhoogd), leukocyten 8.000/m3 (verhoogd), glucose van 0.2 (verlaagd) en eiwit van 2g/L (verhoogd).

 

Om de combinatie van bevindingen van het liquoronderzoek wat beter te kunnen onthouden kun je je het volgende misschien voorstellen:

Bij een ontsteking ontstaat in het algemeen een toename van leukocyten, een gezonde afweerreactie. Ook is de bloed-hersen barrière gecompromitteerd waardoor de eiwitconcentratie toeneemt in de liquor.

Door al die extra leukocyten en ontstekingsgerelateerde eiwitten ontstaat er een drukte in de liquorruimte die zorgt voor een toegenomen openingsdruk.

Bacteriën zijn, in tegenstelling tot virussen die natuurlijk eigenlijk gewoon zakjes DNA zijn, hongerige organismen. De glucose in de liquor is hun brandstof. Als er veel bacteriën zijn, is de glucose in de liquor dus verlaagd, want opgebruikt. Over deze theorie is nog niet geheel consensus, maar het kan wel helpen om het lage glucose bij bacteriële meningitits te onthouden.