Ongeveer een half uur later kom je weer bij de patiƫnt, en zie je dat de situatie wat veranderd is: hij heeft de ogen open en kijkt rond, maar lijkt erg onrustig. Hij probeert weer aan de lijnen te trekken en is hierin maar kortdurend te corrigeren. Als je hem spreekt kijkt hij je kort aan, maar al snel dwaalt zijn blik weer af. Je ziet hierbij dat zijn pupillen isocoor zijn. Hij antwoordt met incoherente zinnen op je vragen. Hij kan wel aangeven dat hij geen hoofdpijn heeft. Het neurologisch onderzoek levert overig geen nieuwe informatie.