Je weet intussen wat je hoofdvraag is en je hebt er deelvragen bij opgesteld. Dan is het nu tijd om te onderzoeken wat anderen hier al over geschreven hebben. Daarbij is het goed om te weten wat voor soort onderzoek je doet.
De antwoorden op deze vragen beschrijf je in een tekst die de basis voor je onderzoek vormt. Daarmee geef je aan wat je moet onderzoeken en hoe je dat het beste kunt doen. Deze tekst noem je het theoretisch kader.
Het theoretisch kader schrijven
In het theoretisch kader geef je context aan je onderzoek, vaak aan de hand van je (theoretische) deelvragen:
- Je
beschrijft de theorie die nodig is om het probleem op te lossen.
- Je
bekijkt jouw onderwerp vanuit verschillende theorieën en invalshoeken.
- Je
onderbouwt je onderzoeksvragen aan de hand van theorie.
- Je
definieert kernbegrippen aan de hand van (wetenschappelijke) literatuur.
- Je
maakt het onderzoek
meetbaar en dus onderzoekbaar door de literatuur van anderen te gebruiken.
- Je bakent je onderzoek af en
stelt grenzen aan je onderzoek: wat onderzoek je wel en wat niet?
Op Taalwinkel.nl vind je meer informatie, aandachtspunten en voorbeeldzinnen met betrekking tot het
theoretisch kader. Tip: Gebruik
standaarduitdrukkingen en voorbeeldzinnen als je je theoretisch kader moet schrijven.