Methode 4: observatie

Observeren is: kijken wat er gebeurt. Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten registreren. Je registreert bijvoorbeeld gedrag met cijfers (frequenties, duur) en niet met meningen en interpretaties als 'verdrietig' – want dan doe je aannames en die moet je, zoals je weet, bewijzen.

Bij een observatie is het belangrijk om te bedenken dat niet alles is wat het lijkt. Als je twijfelt over iets dat je hebt gezien of gehoord kun je vragen wat iemand bedoelt of denkt. Op die manier kun je nagaan of je observatie klopt. Een tip is om iemand van tevoren altijd om medewerking te vragen.

Bij observaties zijn enkele van je zintuigen je belangrijkste hulpmiddelen:

 

Observaties in je verslag

Je observaties gebruik je bijvoorbeeld voor je resultaten: wat heb je gezien, gehoord en gevoeld? In je onderzoeksopzet geef je aan waarom je voor deze onderzoeksmethode hebt gekozen en wat je precies hebt gedaan.

Op de Taalwinkel vind je meer tips over diverse onderzoeksmethoden.