Conclusies trekken

Je onderzoeksgegevens heb je nu mooi verwerkt in staatjes, plaatjes en citaten: je onderzoek gaat er steeds beter uitzien. Maar je mist nog een heel belangrijk onderdeel: je conclusie.

De conclusie waar het allemaal om draait, is natuurlijk het antwoord op je hoofdvraag. Die hoofdvraag had je opgesplitst in deelvragen. Met behulp van je onderzoeksgegevens heb je iedere deelvraag kunnen beantwoorden in je resultatenhoofdstuk. Die antwoorden kun je zien als deelconclusies, die samen je hoofdconclusie horen te vormen. Het is belangrijk dat je in je conclusie geen nieuwe informatie deelt, maar alleen alle losse eindjes aan elkaar knoopt.

Het kan best lastig zijn om conclusies te trekken. Zorg ervoor dat je niet in deze drie valkuilen trapt:

Over de eerste valkuil, uitgaan van aannames, heb je al uitgebreid gelezen. Als je bijvoorbeeld van het begin af aan hebt gedacht dat streetwearwinkels Instagram het meest gebruiken, en je blijft daarvan uitgaan, dan heb je niet goed naar je gegevens gekeken: WhatsApp en Twitter staan toch echt bovenaan.

Als je uit de tabel bij je deelvraag over de verwachtingen van klantgroepen concludeert dat vooral meisjes en vrouwen tussen de 15 en 25 jaar een informele toon op prijs stellen, ben je in de tweede valkuil getrapt: je hebt conclusies gebaseerd op informatie die je niet uit je deelvragen haalt. Misschien heb je dat idee gekregen omdat je veel meisjes hebt gesproken, maar je hebt dat niet bij je gegevens opgenomen. Soms kan het dus ook betekenen dat je een deelvraag moet toevoegen, in dit geval gericht op het geslacht van de klanten.

De derde valkuil is heel gevaarlijk, want soms zie je hem nauwelijks. Verkeerde verbanden zijn namelijk zo gelegd. Ook professionele onderzoekers trappen hier vaak in. 

Van resultaten naar conclusies

In je verslag schrijf je de conclusie nadat je de inleiding, het theoretisch kader, de onderzoeksopzet en het resultatenhoofdstuk hebt geschreven. De informatie uit die hoofdstukken heb je namelijk nodig om in je conclusie een antwoord op de onderzoeksvraag te kunnen geven.

Je begint je conclusie dan ook door die vraag nogmaals te stellen, gevolgd door een samenvatting van de belangrijkste informatie. Aan de hand daarvan schrijf je je conclusie en een eventuele aanbeveling. Daarbij geef je ook aan wat er eventueel nog anders kan bij een vervolgonderzoek. Dat is niet een diskwalificatie van jezelf, integendeel: je laat zien dat je ook wel weet dat tien respondenten misschien niet echt veel is, maar dat dit alles is wat je binnen de beperkte tijd kon doen.

Op de Taalwinkel vind je extra informatie over het schrijven van je conclusie. Kijk ook eens naar de video van YouTube-docent Arnoud Kuijpers over het schrijven van een goed slot.