Keuzedelen

Met ingang van schooljaar 2016-2017 bestaat een mbo-opleiding niet alleen meer uit een basis- en profieldeel, maar ook uit keuzedelen. Keuzedelen zijn ontstaan omdat het bedrijfsleven vraagt om studenten die beschikken over actuele kennis.

Er zijn vier soorten keuzedelen: verdiepende -, verbredende -, doorstroom- en remediërende keuzedelen. Door een bepaald keuzedeel te volgen kan een student zijn arbeidsmarktpositie versterken door extra kennis en vaardigheden op te doen.

De keuze van de keuzedelen hangt samen met de professionaliseringsvraag van de organisatie. Dit betekent dat het aanbod en de keuze mede bepaald wordt door de organisatie.

 

Hieronder zie je een korte omschrijving van de verschillende keuzedelen die worden aangeboden. Kijk ook goed, want soms zijn er specifieke voorwaarden om dit keuzedeel te volgen. Bespreek dit vooraf met je werkgever.

Wanneer je meer over een bepaald keuzedeel wilt weten kun je dit vinden op:

https://kwalificaties.s-bb.nl/?ResultaatType=Keuzedeel

 

Werken met baby’s – 240 uur

Het keuzedeel werken met baby’s verdiept de kennis over deze specifieke leeftijdsgroep en gaat in op de volgende onderwerpen: de mijlpalen op alle ontwikkelingsgebieden in de eerste twee jaar; het scheppen van een rustig en veilige klimaat; respectvolle en taalrijke interactie tussen pedagogisch medewerker (pm’er) en baby tijdens dagelijkse zorg momenten maar ook tijdens spel en activiteiten; manieren om goede voorwaarden voor ontwikkeling te scheppen en om de ontwikkeling van deze jonge kinderen actief te stimuleren. Dit is precies waar in het werkveld behoefte aan is. Uit kwaliteitsonderzoek blijkt dat de zorg en de emotionele ondersteuning van de baby door de gemiddelde pm’er op de babygroep wel goed is maar dat de educatieve vaardigheden (praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering, begeleiden van onderlinge interacties), met de nieuwe inzichten uit recent onderzoek, nog voor verbetering vatbaar zijn.

In een poging de algemene kwaliteit van de kinderopvang te versterken is sinds dit jaar de wet IKK van kracht. In deze wet zijn heel wat maatregelen opgenomen om de kwaliteit van de opvang te verbeteren. Een deel van de maatregelen betreft ook de babyopvang. Een van de maatregelen betreft een hogere leidster-kind ratio op de baby-opvang. Een andere betreft: aanvullende scholingseisen voor degenen die met baby’s werken. Daarmee wordt erkend dat het begeleiden en ondersteunen van baby’s een vak apart is. Iedereen die met baby’s werkt moet dus vóór 2023 bijgeschoold zijn.

Door de hogere leidster-kind-ratio en de vereiste scholing voor babyleidsters is het voor werkgevers heel belangrijk dat zo veel mogelijk pm’ers deze scholing volgen. Om zowel rendabel te blijven werken als aan de nieuwe eisen te voldoen, zal er brede inzetbaarheid van het personeel worden gevraagd. Wanneer het personeel een baby-certificaat heeft, heeft de werkgever meer mogelijkheden om pm’ers uit bv de peutergroepen ook in te zetten bij de baby’s of om te werken met samengevoegde groepen. (van bv peuters en baby’s). Dit keuzedeel Werken met baby’s helpt werkenden dus om breed inzetbaar te zijn en voor werkzoekenden is het een enorme pré bij het vinden van werk wanneer ze het certificaat hebben. Deze scholing onderscheidt zich van andere erkende babyscholingen door het feit dat het met een MBO examen wordt afgerond.

Goed om rekening mee te houden:  Voor dit keuzedeel zal je minimaal 80 uur binnen een groep met baby’s moeten werken. Dit komt bovenop je reguliere aantal BPV uren. Mogelijk zal er een extra BPVO aangemaakt worden.

Voor het doen van een examen gelden de volgende voorwaarden (vanuit het examen geformuleerd): De groep bestaat uit minimaal één kind van 0 tot 1 jaar en minimaal één kind van 1 tot 2 jaar.

 

Ondernemend gedrag – 240 uur

Het keuzedeel 'Ondernemend gedrag' is een sectoroverstijgend keuzedeel. Het keuzedeel richt zich op de ontwikkeling van ondernemend gedrag van deelnemers/werknemers op verschillende niveaus in de eigen beroepsuitoefening en werkomgeving. Ondernemend gedrag wordt gekarakteriseerd door trefwoorden als: verantwoordelijkheid, omgevingssensitiviteit, zelfstandigheid, initiatiefrijk, verbeteringsgericht, creativiteit, zelfreflectie, een lerende houding en een hands-on mentaliteit. Een ondernemende houding van werknemers draagt bij aan het innovatief vermogen van een organisatie. Ondernemend gedrag wordt in dit keuzedeel ontwikkeld via drie werkprocessen:
(1) Onderzoekt zichzelf en zijn (werk)omgeving
(2) Signaleert mogelijkheden voor verandering
(3) Neemt initiatieven in en voor zijn werk.

Combifunctionaris IKC/Brede school – 240 uur

Vergaande samenwerking van basisonderwijs en kinderopvang is in opkomst. Aanvankelijk vond samenwerking plaats in de vorm van Brede Scholen. Integrale kindcentra (IKC) gaan een stap verder. Binnen een IKC verenigen deelnemende organisaties zich in één gezamenlijk programma voor onderwijs, opvang, vrije tijd en zorg en zo mogelijk in één werkgeverschap. De benamingen Brede School en IKC worden niet altijd even consequent toegepast. We kiezen vanwege de leesbaarheid in dit keuzedeel voor de benaming IKC en bedoelen daarmee zowel Brede Scholen als Integrale Kindcentra. Dit keuzedeel bereidt de beginnend beroepsbeoefenaar voor op het werken in een IKC. Het keuzedeel bestaat uit kennis en vaardigheden die nodig zijn om samen met andere professionals te werken aan het realiseren van een optimale doorgaande ontwikkeling voor elk kind.

Goed om rekening mee te houden: Je hebt de mogelijkheid om ervaring op te doen binnen een IKC/Brede School (samenwerkingsverband bestaat of is in ontwikkeling). Hiervoor zal je minimaal 80 uur binnen een onderwijsorganisatie moeten werken. Hiervoor zal een aparte BPVO worden aangemaakt.

Diversiteit – 480 uur

Van iedere beginnende beroepsbeoefenaar in zorg en welzijn wordt verwacht dat zij kan omgaan met diversiteit en sensitiviteit toont voor diversiteit. Het gaat dan om het hebben van een open houding, het herkennen van eigen en andermans vooringenomenheid, normen en waarden en het hebben van respect voor de identiteit van anderen en zichzelf. Van de beginnende beroepskracht die het keuzedeel diversiteit heeft afgerond wordt daarnaast verwacht dat zij een informerende en adviserende rol heeft ten opzichte van collega’s en hen op dit aspect kan ondersteunen. De beroepskracht wordt daarmee aanspreekpunt voor collega’s bij vraagstukken en dilemma’s rond diversiteit.

Goede zorg en begeleiding speelt in op verschillen tussen mensen, op hun diversiteit. Alleen met oog voor die verschillen kan zorg en begeleiding op maat worden gegeven. Omgaan met diversiteit is daarom noodzakelijk voor het bieden van goede zorg en begeleiding en voor de toekomstbestendigheid van de organisatie.

Diversiteit in combinatie met expressief talent – 480 uur

Diversiteit:

Van iedere beginnende beroepsbeoefenaar in zorg en welzijn wordt verwacht dat zij kan omgaan met diversiteit en sensitiviteit toont voor diversiteit. Het gaat dan om het hebben van een open houding, het herkennen van eigen en andermans vooringenomenheid, normen en waarden en het hebben van respect voor de identiteit van anderen en zichzelf. Van de beginnende beroepskracht die het keuzedeel diversiteit heeft afgerond wordt daarnaast verwacht dat zij een informerende en adviserende rol heeft ten opzichte van collega’s en hen op dit aspect kan ondersteunen. De beroepskracht wordt daarmee aanspreekpunt voor collega’s bij vraagstukken en dilemma’s rond diversiteit.

Goede zorg en begeleiding speelt in op verschillen tussen mensen, op hun diversiteit. Alleen met oog voor die verschillen kan zorg en begeleiding op maat worden gegeven. Omgaan met diversiteit is daarom noodzakelijk voor het bieden van goede zorg en begeleiding en voor de toekomstbestendigheid van de organisatie

Expressief talent:

Met dit keuzedeel kan de beginnend beroepsbeoefenaar zich specialiseren in het begeleiden en ontwikkelen van de doelgroep via het aanbieden van expressieve/creatieve activiteiten. Door het gebruik van onder andere beeld, muziek, dans, taal, drama, spel en beweging wordt de creatieve ontwikkeling, maar ook de motorische, zintuigelijke, sociale en cognitieve ontwikkeling van de doelgroep gestimuleerd. Om expressievormen goed te kunnen inzetten is het van belang dat de beginnend beroepsbeoefenaar inzicht heeft/krijgt in haar eigen creatieve/expressieve talenten en vaardigheden, zich zelf (verder) ontwikkelt op dit terrein en een eigen stijl ontwikkelt. Dit keuzedeel bestaat om die reden uit twee pijlers. De eerste pijler is de creatieve/expressieve ontwikkeling van de student zelf. De tweede pijler bestaat uit het kunnen toepassen van expressievormen om de (creatieve) ontwikkeling van de doelgroep te begeleiden en stimuleren.

‘Beleven’ van kunst en cultuur en van diverse expressievormen is voor het ontdekken en verwerven van expressieve/creatieve talenten en vaardigheden een noodzakelijke voorwaarde. Voor de uitvoering van dit keuzedeel betekent dit: aan-de-slag en er-opuit!

Goed om te weten: Je sluit dit keuzedeel af met het examen diversiteit.

Diversiteit in combinatie met ondernemend gedrag – 480 uur

Diversiteit

Van iedere beginnende beroepsbeoefenaar in zorg en welzijn wordt verwacht dat zij kan omgaan met diversiteit en sensitiviteit toont voor diversiteit. Het gaat dan om het hebben van een open houding, het herkennen van eigen en andermans vooringenomenheid, normen en waarden en het hebben van respect voor de identiteit van anderen en zichzelf. Van de beginnende beroepskracht die het keuzedeel diversiteit heeft afgerond wordt daarnaast verwacht dat zij een informerende en adviserende rol heeft ten opzichte van collega’s en hen op dit aspect kan ondersteunen. De beroepskracht wordt daarmee aanspreekpunt voor collega’s bij vraagstukken en dilemma’s rond diversiteit.

Goede zorg en begeleiding speelt in op verschillen tussen mensen, op hun diversiteit. Alleen met oog voor die verschillen kan zorg en begeleiding op maat worden gegeven. Omgaan met diversiteit is daarom noodzakelijk voor het bieden van goede zorg en begeleiding en voor de toekomstbestendigheid van de organisatie

Ondernemend gedrag

Het keuzedeel 'Ondernemend gedrag' is een sectoroverstijgend keuzedeel. Het keuzedeel richt zich op de ontwikkeling van ondernemend gedrag van deelnemers/werknemers op verschillende niveaus in de eigen beroepsuitoefening en werkomgeving. Ondernemend gedrag wordt gekarakteriseerd door trefwoorden als: verantwoordelijkheid, omgevingssensitiviteit, zelfstandigheid, initiatiefrijk, verbeteringsgericht, creativiteit, zelfreflectie, een lerende houding en een hands-on mentaliteit. Een ondernemende houding van werknemers draagt bij aan het innovatief vermogen van een organisatie. Ondernemend gedrag wordt in dit keuzedeel ontwikkeld via drie werkprocessen:
(1) Onderzoekt zichzelf en zijn (werk)omgeving
(2) Signaleert mogelijkheden voor verandering
(3) Neemt initiatieven in en voor zijn werk.

Goed om te weten: je sluit dit keuzedeel af met het examen diversiteit