Als je naar iemand luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de non-verbale uitdrukking en dingen die de spreker niet zegt, maar wel bedoelt. Verbaal betekent wat je zegt en non-verbaal betekent hoe je het zegt.
In een gesprek is het belangrijk dat de ander aandacht krijgt. Die ander zal het direct merken als jij je aandacht er niet helemaal bij hebt. Oogcontact is hierbij een belangrijk middel in onze Nederlandse cultuur. Je kijkt de ander recht in de ogen zonder hem of haar in verlegenheid te brengen. In sommige andere culturen is dit juist niet de bedoeling, omdat dit een teken kan zijn van onbeleefdheid.
Je cultuur/identiteit heeft invloed op je communicatie. Maar hoe ga jij hier mee om?
Reageer tijdens het luisteren met non-verbale uitdrukkingen om aan te geven dat je ook echt luistert. Bijvoorbeeld je knikt ja of je zegt zachtjes hm of ja.
Opdracht
Kopier onderstaande schema in Word of maak het op een blaadje. Geef aan of het gaat om verbale of non-verbale communicatie en hoe zie je dat (kenmerk)? Zet de antwoorden op een blaadje en lever het in op school.
Vragen |
Verbaal/non verbaal + kenmerk |
Een clown is verdrietig en huilt almaar. |
non-verbaal / gezichtsuitdrukking |
Er staat een rij bij de kassa en je geeft een teken of je collega komt helpen. |
|
Waarmee kan ik u helpen? |
|
Je praat met een klant maar hij verstaat je niet. |
|
Je sloft over de vloer naar een klant. |
|
Een klant recht in de ogen kijken. |
|
Morge, woar ken ik je met van dienst zien? |
|
Een klant kijkt vragend om zich heen. |
|
De kauwgom smaakt heerlijk. |
|
De toon waarop je de klant aanspreekt is vriendelijk. |
|
Je hebt vieze nagels. |
|