Je hebt een organisme gekozen. In dit eerste hoofdstuk geef je een omschrijving van het organisme.
Behandel op zijn minst de volgende vragen:
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het organisme?
Wat is de voedingswijze van het organisme?
Is het organisme auto- of heterotroof?
Wat is de belangrijkste voedselbron?
Op welke manier vindt het zijn voedsel?
Op welke manier plant dit organisme zich voort?
In welk ecotoop of welke ecotopen leeft het organisme (duin/geul/kwelder/plaat/rif/strand)?
Met een korte omschrijving van dit ecotoop.
Welke andere organismen vormen een levensgemeenschap met dit organisme?
Op welke manier leven deze organismen met elkaar samen (beschrijf de populatie)?