Communisme en kapitalisme
Om het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog te begrijpen, is het goed om de ideologieën van de betrokken twee partijen verder te bestuderen.
Het huidige politieke stelsel in de Verenigde Staten is de democratie. Daarin staan een door het volk gekozen parlement én vrijheid van het individu centraal. Er is vrijheid van meningsuiting, met ruimte voor kritiek op de overheid via verschillende media (kranten, tv-zenders, websites). Dit wordt gezien als een kernwaarde van het democratisch systeem.
Vrijheid zien we ook terug in het economische systeem, het kapitalisme. In dit systeem proberen ondernemers zoveel mogelijk winst te maken en productiemiddelen zijn het privébezit van de ondernemers. Er bestaat een vrijemarkteconomie: vraag en aanbod bepalen wat en hoeveel producten er gemaakt worden en tegen welke prijs. De overheid probeert zich zo weinig mogelijk met de economie te bemoeien.
Met het communisme wordt zowel een politieke ideologie als een economisch streven bedoeld. Gelijkheid staat hierin centraal. Volgens de communisten leidt het kapitalisme tot grote ongelijkheid. Communisten vinden dat productiemiddelen eigendom moeten zijn van de overheid. De staat moet het verdiende geld eerlijk verdelen onder de arbeiders. Communisten willen geen vrijemarkteconomie, maar een planeconomie. De overheid moet het productieproces en de prijzen bepalen, niet de marktwerking.
De communistische partij was in de Sovjet-Unie de enige partij die mocht opkomen voor de rechten van arbeiders. Tussen 1917 en 1991 was de Sovjet-Unie een éénpartijstaat waarbij de regering van de communistische partij alles in de politiek, economie en cultuur (kranten, kunst, onderwijs) bepaalde. De Sovjet-Unie was, net als Nazi-Duitsland in de periode 1933-1945, een totalitair regime.