Betrouwbaarheid van bronnen (stappenplan)

Betrouwbaarheid van bronnen
Historici maken gebruik van bronnen, maar niet alle bronnen zijn even betrouwbaar en objectief. Het kan zijn dat iemand een bron bewust of onbewust heeft vervalst. Als historicus moet je de waarde van je bronnen dus goed kunnen inschatten.

Een bron is betrouwbaar als de auteur, de tekst/inhoud en de tijd betrouwbaar zijn.

Auteur: wie heeft de bron gemaakt? Is deze persoon onafhankelijk en objectief of heeft hij/zij er een bepaald belang bij iets mooier/slechter weer te geven? Is deze persoon niet de maker, maar wel ooggetuige van wat in de bron staat of niet?
Tekst/Inhoud: wat staat er in de bron of is er op de bron te zien? Klopt dit met wat je geleerd hebt of met andere bronnen die je gevonden hebt? Geeft een bron vooral meningen of feiten?
Tijd: komt de bron uit de tijd zelf of is hij (veel) later gemaakt?
Argumenten: bij het opbouwen van argumenten ga je altijd in op een deel van de bron en leg je vervolgens uit waarom het wel of niet betrouwbaar is. Het gaat hierbij niet alleen om de inhoud, maar ook om hoe je het opschrijft. Schrijf je argumenten altijd duidelijk uit en beschrijf letterlijk waarom je een bepaald beeld of zin gebruikt. Vermijd worden als ‘die ene’, ‘die zin’, ‘omdat het in de bron staat’. De lezer moet precies begrijpen wat je bedoeld.