In dit blok wordt de algemene basisstof van vraag en aanbod binnen de economie uitgelegd. Aan het einde van dit blok post je in Seesaw.
|
|

Een consument is een vrager van producten.
Welke producten worden gevraagd hangt af van de behoeften van de consument.
De behoeften worden bepaald door persoonlijke factoren, zoals
- gezinssamenstelling
- beroep
- opleiding
- inkomen.
Daarnaast hangt de vraag af van: de prijs van het product.
Meestal geldt dat als de prijs stijgt, de vraag af zal nemen.
Beantwoord de volgende vragen.


Vraaglijn berekenen en tekenen https://youtu.be/Kupv23heQU0
Bedrijven (producenten) zijn de aanbieders van producten.
Om te kunnen blijven bestaan is het nodig dat bedrijven winst maken.
De bedrijven zullen alleen producten aanbieden als de verkoopprijs hoger is dan de inkoopprijs.
Soms kan een bedrijf de prijs van een product helemaal zelf vaststellen, maar vaker zal hij bij het vaststellen rekening houden met zijn concurrenten.
Zijn er heel veel concurrenten, dan heeft de aanbieder zelf weinig invloed op de prijs.
Hoeveel producten een bedrijf aanbiedt hangt dan af van de prijs.
Meestal geldt dat als de prijs stijgt, de ondernemer meer producten zal aanbieden.
Beantwoord de volgende vragen.

Aanbodlijn berekenen en tekenen https://youtu.be/-Ant8DO8UF8

Van veel producten wordt de prijs bepaald door de vraag naar het product en het aanbod van het product.
In de grafiek hiernaast zie je een vraaglijn en een aanbodlijn.
De aanbodlijn geeft aan hoeveel bedrijven bij verschillende prijzen willen aanbieden.
De vraaglijn geeft aan hoeveel consumenten bij verschillende prijzen willen kopen.
Er is één prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
Je noemt dit de evenwichtsprijs.
Bij de evenwichtsprijs hoort de evenwichts-hoeveelheid.
Van een product waarvan de prijs wordt bepaald door vraag en aanbod is de prijs vaak de evenwichtsprijs.
Maak de sleepoefening.
In de economie wordt met een markt het geheel van vraag en aanbod bedoeld.
Je hebt markten waar je naartoe kunt gaan, zoals een veiling of een ruilbeurs, maar ook winkel. En je hebt markten die je niet kunt bezoeken, bijvoorbeeld de arbeidsmarkt.
Een markt waar je naartoe kunt gaan, wordt ook wel een concrete markt genoemd.
Een markt die je niet kunt bezoeken noem je ook wel een abstracte markt.
Op sommige markten is het aantal aanbieders heel groot. Er zijn bijvoorbeeld duizenden boeren die groenten aanbieden. Op andere markten zijn het aantal aanbieders juist klein. Als je een computer wilt kopen, heb je de keuze uit maar een paar merken.
Op sommige markten is het product dat wordt aangeboden homogeen. Het maakt niet uit van welke producent het product komt. Een voorbeeld van een homogeen product is suiker.
Op andere markten worden juist heterogene producten verhandeld. Merkkleding is een heterogeen product.
Beantwoord de vragen.


|
Post nu:
|