Stenen, voegen en metselverbanden

De metselsteen

Voor het metselen van muren heb je stenen en specie nodig. Metselstenen zijn in verschillende 'formaten' te koop. Elke soort heeft een naam en min of meer vaste afmetingen. Waalformaat wordt het meest gebruikt. Een steen in waalformaat is ongeveer 210 mm lang, 100 mm breed en 50 mm dik. Bij baksteen in waalformaat komen flinke maatafwijkingen voor. Dit komt omdat de steen gebakken wordt. Daar moet je dan bij het metselen rekening mee houden.

 

 

De benamingen van de kanten van de steen zijn: kop, strek en platte kant.

 

 

Benamingen

Als je een steen in stukken hakt, heet 1/4 steen een klezoor, en 1/2 steen een kop en een 3/4 steen een drieklezoor. Een steen die in de lengte doormidden is gehakt, heet een klisklezoor.

 

 

Kwaliteit van steen

Metselsteen is in allerlei kwaliteiten te koop. De kwaliteit wordt bepaald door de drukvastheid en de waterdichtheid van de steen. Welke kwaliteit je gebruikt, hangt af van de plaats waar je de steen gaat gebruiken.

 

 

De stenen uit een strengpers hebben een herkenbaar, glad en hoekig uiterlijk en worden strengpersstenen genoemd. De strengpers is een machine voor de massaproductie van stenen.

 

 

 

Een handvormsteen is een baksteen die met de hand is gemaakt door klei in een bakvorm te drukken die hoort bij de gewenste baksteen. De handvormsteen is herkenbaar aan zijn grillig generfde en bezande oppervlak. Voor restauraties zijn vaak handvormstenen nodig.

 

 

 

Vormbaksteen is baksteen die bekomen wordt door de weke klei in mallen mechanisch na te persen, waardoor de baksteen een strakke vorm krijgt.

 

 

 

Een voeg is de naad of overgang tussen twee materialen bijvoorbeeld bakstenen, tegels en planken. Bij metselwerk onderscheidt men een stootvoeg en een lintvoeg. Met de stootvoeg wordt de verticale voeg bedoeld en met de lintvoeg de horizontale voeg. De voegen in een muur of wand bestaan uit uitgeharde specie, die de stenen met elkaar verbindt.

Steenverbanden

Een gemetselde muur krijgt stevigheid door hem in verband te metselen. Met verband wordt bedoeld dat de stenen op een bepaalde manier iets over elkaar heen komen te liggen. De stootvoeg verspringt altijd minstens één klezoor. Met zo'n verband kun je een muur ook mooi maken. Je brengt een bepaald patroon in de muur aan. Er bestaan verschillende steenverbanden. Een aantal veel voorkomende verbanden staan hier onder uitgebeeld

Halfsteensverband

Bij het halfsteensverband verspringen de stootvoegen telkens een halve steen ten opzichte van de laag die eronder ligt. Op de hoek begint het verband met een kop of met een strek. Halfsteensverband is een eenvoudig verband en het geeft weinig afval.

                                                                                                                                      Klezoorverband

Bij het halfsteends verband kwamen de voegen midden boven de vorige steen. Met dit verband heb je een ander metselverband, het klezoorverband. In klezoorverband verspringen de voegen 1/4 deel van de steen.