1. Kiemen van een zaad

Kiemen van een zaad

Bekijk het volgende filmpje: Kiemende boon


Toelichting filmpje:
Met versnelde beelden wordt het kiemen van een zaad verduidelijkt.

Bij een kiemende boon groeit eerst de wortel uit het zaad, daarna komen eerst de twee zaadlobben boven de grond. Kort daarna komen de eerste blaadjes. De zaadlobben verschrompelen als hun voedselvoorraad op raakt. De jonge plant maakt pas met de eerste groene blaadjes haar eigen voedsel met behulp van fotosynthese.

Kiemingsfactoren
Zaden kiemen niet zomaar. De meeste zaden hebben een rustfase. De natuur zorgt er zo voor dat het zaad eerst kan worden verspreid voordat het ontkiemt. Een zaadje gaat pas kiemen als de omstandigheden gunstig zijn. Het is daarbij afhankelijk van:

Gunstige omstandigheden voor de ene plantensoort zijn niet altijd goed voor andere soorten. Elke soort heeft zijn eigen voorkeuren. De omstandigheden die het kiemen beïnvloeden worden kiemingsfactoren genoemd.

Licht
Sommige zaden hebben licht nodig om te kunnen kiemen. Ze moeten dus aan het oppervlak van de aarde liggen. Andere zaden hebben juist het donker nodig en ontkiemen onder de grond.

Temperatuur
Er zijn plantensoorten die heel kieskeurig zijn. Zaad van de agaveplant kiemt bijvoorbeeld bij temperaturen tussen de 21 en 23 graden Celsius. Uienzaad kan pas kiemen als het eerst een poosje in de kou heeft gelegen.

Lucht
Om het reservervoedsel in de zaadlobben te kunnen gebruiken voor de kieming, moet er verbranding plaatsvinden: zo ontstaat er energie voor de eerste groei, zolang er nog geen fotosynthese plaatsvindt. Voor verbranding is zuurstof nodig. Daarom kan een zaad niet kiemen zonder lucht.

Water
Water laat het zaad opzwellen en de zaadhuid scheuren. Ook zorgt water ervoor dat de reservestoffen in de zaadlobben geschikt worden gemaakt als brandstof. Die brandstof levert de energie die nodig is voor de eerste groei.