4. Stengels

Stengels dragen de bladeren en bloemen. Onder de grond gaat de stengel meestal over in wortels. Bij sommige planten groeien de stengels ook onder de grond, bijvoorbeeld bij de aardappel.

Zaadplanten behoren, samen met de varens, tot de vaatplanten. In een vaatplant worden stoffen vervoerd (getransporteerd) door buisjes.
Er zijn twee soorten buisjes: bastvaten en houtvaten.


Bastvaten vervoeren water en glucose vanaf de bladeren naar alle delen van de plant. Bastvaten bestaan uit levende cellen die water en glucose aan elkaar doorgeven.

Houtvaten vervoeren water en mineralen vanaf de wortels naar de stengel, bladeren en bloemen. Houtvaten zijn holle buisjes van met elkaar verbonden dode cellen met dikke celwanden van hout.
Bastvaten en houtvaten liggen meestal naast elkaar in vaatbundels.

Als je een stengel bleekselderij dwars doorsnijdt, zie je donkergroene stippen. Dat zijn de vaatbundels. Elke vaatbundel bestaat uit bastvaten en houtvaten.

Stengels zijn onder te verdelen in
- houtachtige stengels/ takken 
- kruidachtige stengels/ groene stengels