A. De bouw van planten
Je kunt aangeven in welke delen van een plant fotosynthese plaatsvindt. Je kunt ook toelichten waarom de fotosynthese in die delen plaatsvindt.
Je kunt de verschillende onderdelen van een plant aanwijzen en hun functie benoemen
Je kunt benoemen dat planten de energierijke stoffen die in de groene delen zijn gevormd via vaatbundels transporteren naar andere delen waar ze kunnen worden gebruikt en opgeslagen.
B. Voortplanting
Je kunt de verschillende onderdelen van een bloem aanwijzen en hun functie benoemen.
Je kunt beschrijven hoe planten zich voortplanten en hoe zaden worden verspreid.
Je kunt aan de hand van voorbeelden de verschillen uitleggen tussen geslachtelijke voortplanting en ongeslachtelijke voortplanting.
Je kunt beschrijven wat wordt bedoeld met (natuurlijke en kunstmatige) ongeslachtelijke voortplanting.
Je kunt voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting.
C. Levenscyclus
Je kunt de bouw van een zaad (boon) en de namen van de onderdelen benoemen.
Je kunt uitleggen wat ontkiemen is.
Je kunt uitleggen wat er nodig is voor ontkieming en voor groei van een plant.
Je kunt de fasen in het leven (de levenscyclus) van een zaadplant in de juiste volgorde benoemen.
Je kan vertellen wat het verschil is tussen een eenjarige en meerjarige plant.
Je kunt uitleggen waarom niet elke plant zich elk jaar voortplant.
D. Watertransport
Je kunt benoemen dat planten water en mineralen uit de bodem opnemen en via vaatbundels naar de bladeren transporteren waar het water weer verdampt.
Je kunt uitleggen wat osmose is.
Je kunt uitleggen waarom naaldbomen minder water bij hun wortels krijgen dan loofbomen.