Theorie en vragen

Elektriciteit kan gevaarlijk zijn.
Daarom moet je een elektrische installatie goed beveiligen.
En je moet elektrische apparaten altijd op de goede manier gebruiken.


Stroomkring
In het snoer van een stofzuiger zitten twee draden Dat zie je in de afbeelding hieronder.
Eén draad (bruin) gaat van het stopcontact naar de motor van de stofzuiger.
De tweede draad (blauw) gaat van de stofzuiger terug naar het stopcontact.
Nu is er een stroomkring.

Snoer stofzuiger

Stroom
Met de schakelaar van de stofzuiger sluit je de stroomkring.
De stofzuiger gaat aan. Door de draden gaat stroom lopen.
Je kunt de stroom meten met een stroom-meter.
De eenheid van stroomsterkte is ampère.
Als je de stofzuiger inschakelt, gaat een stroom lopen van ongeveer 4 ampère.
Je mag 4 ampère afkorten met 4 A.

Vanuit de meterkast gaan twee draden naar een kamer in huis.
Dat zie je in de afbeelding hieronder.

draden van meterkast naar stopcontact

 

In deze kamer zijn drie stopcontacten.
 

Van de meterkast naar de kamer loopt nu een stroom van 4 + 2 + 5 = 11 ampère.


Overbelasting
Een apparaat waar elektrische stroom doorheen loopt, wordt warm.
Ook de stroomdraden worden warm.
Een beetje warmte is niet erg.
Maar als je te veel apparaten aansluit, dan wordt de stroom te groot. Dat noem je overbelasting. De draden worden heel erg warm. Daardoor kan brand ontstaan.
Bij over-belasting schakelt een beveiliging in de meterkast de elektrische stroom uit.


Geleiders en isolatoren
Een stroomdraad is van koper. Koper is een metaal.
Alle metalen zijn goede geleiders voor elektrische stroom.
Dat betekent dat elektrische stroom gemakkelijk door koper heen kan gaan.
Je zegt: koper is een goede geleider voor elektriciteit.

Rond de koperdraad zit een laagje kunststof. Dat zie je in de afbeelding hieronder.
De stroom kan niet door kunststof heen. Kunststof is een isolator.
Een isolator laat geen stroom door.
Daardoor kan de stroom alleen de weg van de koperdraad volgen.
De stroom kan nergens anders naartoe.

koperdraad

Kortsluiting
De draden in een apparaat kunnen los gaan en daardoor tegen elkaar komen.
Ook kan de isolatie van de draden kapot gaan, zodat de koperdraden elkaar raken.
De plus en de min raken elkaar dan rechtstreeks. Dit noem je kortsluiting.
Dat zie je in de afbeelding hieronder.
Bij kortsluiting wordt de stroom meteen héél erg groot. Kortsluiting is erg gevaarlijk.
Als de stroom niet op tijd wordt uitgeschakeld, ontstaat er brand.

kortsluiting

Groepen
De elektrische installatie in een woonhuis is verdeeld in groepen.
Elke groep geeft stroom aan een deel van het huis.
Bijvoorbeeld de keuken, de badkamer of de huiskamer.
Elke groep is beveiligd tegen overbelasting en tegen kortsluiting.
Alle groepen zijn parallel geschakeld.
Dus als één groep wordt uitgeschakeld, dan blijven de andere groepen gewoon werken.

De smelt-veiligheid
In de meterkast zit voor elke groep een smelt-veiligheid.
Andere namen voor smelt-veiligheid zijn: zekering of stop.
In de afbeelding hieronder zie je de binnenkant van een smelt-veiligheid.

smelt-veiligheid


In de smelt-veiligheid zit een draadje: de smeltdraad.
Alle stroom van de groep gaat door dit draadje.
Bij over-belasting of kortsluiting wordt het draadje zo warm dat het smelt.
De stroomkring wordt onderbroken. De spanning op de groep is uitgeschakeld.


De verklikker
Op de achterkant van een smelt-veiligheid zit een dopje.
Dit dopje noem je een verklikker. De verklikker is grijs, rood of groen.
Aan de kleur van de verklikker kun je zien bij hoeveel stroom het draadje smelt.

In een woonhuis worden meestal smelt-veiligheden van 16 ampère gebruikt. Grijze dus.

Als de smeltdraad doorsmelt, dan gaat ook het draadje van de verklikker stuk.
Het veertje duwt de verklikker van zijn plaats.
Zo kun je aan de buitenkant zien welke smelt-veiligheid kapot is.
Je kunt nu het probleem zoeken en oplossen.
Bijvoorbeeld minder apparaten tegelijk aanzetten.
Of bij een apparaat dat kortsluiting maakt: de stekker uit het stopcontact halen.

Daarna moet je de smelt-veiligheid vervangen. Dat doe je zo:

1. Draai de houder van de kapotte smelt-veiligheid los.

stap 1


2. Doe een nieuwe smelt-veiligheid in de houder.

stap 2


3. Draai hem daarna weer op zijn plaats.

stap 3

 

Automatische veiligheid
Een groep kan ook beveiligd zijn met een automatische veiligheid. Zie de afbeelding hieronder.
Dit is een schakelaar die reageert op warmte.
Hoe groter de stroom, hoe warmer de schakelaar wordt.
Wordt de stroom te groot, dan gaat de schakelaar vanzelf om.
De stroomkring van de groep wordt onderbroken. Je kunt nu het probleem zoeken en oplossen. Daarna kun je de schakelaar van de automatische veiligheid weer inschakelen.

automatische veiligheid


De aardlek-schakelaar
In de meterkast zit nog een veiligheid: de aardlek-schakelaar.
Die zie je in de afbeelding hieronder. 
Deze veiligheid meet de stroom die uit de meterkast naar het huis gaat.
Hij meet ook de stroom die uit het huis terugkomt in de meterkast.
Die stroom moet even groot zijn.

Als er een verschil is, dan verdwijnt ergens stroom.
Bijvoorbeeld omdat een apparaat stroom ‘lekt’.
In dat apparaat is iets kapot en het apparaat kan aan de buitenkant onder spanning staan.
Dat is gevaarlijk, want die spanning is 230 volt.
De aardlek-schakelaar schakelt dan alle groepen uit.

aardlek schakelaar