Als eindopdracht gaan je twee interviews afnemen.
Het interview gaat over: vakantie vroeger en nu.
Het eerste interview houd je met een van je ouders, een buurman, je opa of oma of een andere bekende. Belangrijk is dat het een ouder iemand is, met veel vakantie-ervaring.
Het tweede interview houd je met iemand, die wat jonger is, al wel op vakantie is geweest, maar nog niet zo vaak. Denk bijvoorbeeld aan een klasgenoot, je broertje, zusje of een vriend(in).
Voorbereiding
Voordat je de interviews gaan afnemen, maak je een lijstje met vragen.
Schrijf een aantal vragen op, die je wilt stellen.
Denk bijvoorbeeld aan:
Maak nu jouw vragenlijst compleet. Kijk in de gereedschapskist hoe je een interview afneemt.
|
Interview afnemenJe bevraagt een ander over een bepaald onderwerp. |
|
Het interview
Maak een afspraak met 2 verschillende personen. Vertel duidelijk waarom je ze wilt interviewen.
Neem een mobiele telefoon met audiorecorder mee. Je kunt dan het gesprek opnemen en later uitwerken.
Na de interviews werk je de antwoorden op de vragen uit.
Laat de uitwerking lezen aan degene die je geïnterviewd hebt.
Vraag om zijn of haar commentaar en verwerk dat.
Vergelijking beide interviews
Leg de twee interviews naast elkaar. Welke verschillen worden zichtbaar?
Kijk naar de volgende punten:
Schrijf de verschillen onder de interviewverslagen.
Bekijk in de gereedschapskist of jouw interviews aan de beoordelingscriteria voldoen.
Klaar?
post de uitwerking van de interviews in Seesaw