De afsluiter

In de rol van de afsluiter maakt de student aan de docent zichtbaar wat de leeropbrengst van de les is. Dit kan op inhoud zijn, bijvoorbeeld dat de student de stof die deze les behandeld is op het gevraagde niveau (Bloom of anders, zie rol didacticus) kan verwoorden. Dit kan echter ook op proces zijn, waarbij de student kan aangeven aan welke SEL competentie (zie rol gastheer) hij deze les actief heeft gewerkt. Dit kan op individueel niveau, maar ook op groepsniveau plaatsvinden.

Doordat de student gevraagd wordt om het hetgeen hij geleerd heeft te verwoorden, krijgen zowel de student als ook de docent inzicht in wat er geleerd is. De student weet hierdoor wat hij geleerd heeft en wat hij nog te doen heeft voor een volgende les en kan daarmee het proces van deze les afsluiten. Er ontstaat hiermee ruimte voor de volgende les, veelal van een collega voor een ander vak. De docent kan daarnaast zijn voorbereiding voor de volgende les aanpassen op de informatie die hij nu heeft.

De rol van de afsluiter komt vaak in de knel, doordat eerdere onderdelen van de les uitlopen. Indien de docent de afsluiter meer beschouwd als het laatste onderdeel van de didacticus en hier dus bewust een werkvom voor inzet, net als bij eerdere onderdelen van de les, zal dit minder snel gebeuren. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is, om tijdens de afsluiting van de les terug te komen op de leerdoelen die aan het begin van de les gesteld zijn. voor tips over werkvormen: zie onder andere deze link.

 

Opdracht: bereid voor een les die je binnenkort gaat geven naast de werkvormen in de rol van de didacticus ook een werkvorm voor die past bij de rol van de afsluiter. Bepaal vooraf of je de werkvorm in wilt zetten op inhoud, proces of beiden.