Het verbale gedrag van de leraar is erop gericht om de student zich welkom te laten voelen, het contact aan te gaan of te verstevigen en is postief bekrachtigend. Dit noemen we afstemmen, hiermee brengt de leraar zijn gedrag in overeenstemming met het gedrag van de studenten. Om dit afstemmen sneller te laten verlopen kun je gebruik maken van de volgende uitgansgpunten:
Dit doet de leraar om zich te kunnen verplaatsen in de wereld van de studenten, om daarna het leerproces te kunnen gaan leiden.
Als je de student kent dan weet de leraar wat de studenten willen, nodig hebben, hoe hij ze het beste kan bereiken.
Opdracht 3