Bij de aanleg en bij het onderhoud in tuinen pas je vak planten toe. Planten kun je onder verdelen in verschillende groepen. Je moet deze verschillende groepen kennen.
Je kan planten in een aantal groepen/rubrieken verdelen.
Je kan 2 grote groepen onderscheiden.
Bomen, heesters en coniferen hebben houten takken. Daarom behoren ze tot de houtachtige gewassen.
Er zijn ook planten die geen houten stam of takken hebben. We noemen dit de kruidachtige gewassen. Hun stengel is vaak groen en makkelijk met een mesje door te snijden.
De meeste soorten kruidachtige planten sterven in de winter boven de grond af
Als je naar een landschap kijkt, zie je veel verschillen tussen de planten van verschillende soorten, bijvoorbeeld verschil in:
Houtachtigen.
Bomen
Hierboven zie je een afbeelding van een boom. Bijna iedereen herkent een boom onmiddellijk aan de vorm. Een boom bestaat uit een stam, takken en bladeren boven de grond en wortels onder de grond. Door de wortels blijft de boom vaststaan in de grond. De takken en bladeren vormen samen de kroon.
We kunnen de bomen in groepen indelen. Je kunt daarbij letten op de grootte van de boom en de groeivorm.
Op hoogte krijg je de volgende verdeling:
Daarnaast kun je bomen indelen in loofbomen en naaldbomen (coniferen). Een aantal naaldbomen houdt in de winter zijn naalden vast.