Myrthe Hilkens (1979- ) begon haar carrière als popjournaliste. Nu ja, pop – hiphop was meer haar ding.
'Een creatieve subcultuur' noemt ze het zelf in haar boek McSex , 'waarbinnen rebellie een groot goed is.' Jawel, alleen is het protest al lang ingehaald, in meer dan een betekenis van dat woord, door de commercie. Al te veel hedendaagse rapvideo's zijn een droefgeestig stemmende hoop visuele vervuiling waarin onsmakelijke kettingdragers wier contactuele eigenschappen duide- lijk niet tot boven hun kruis heb- ben weten op te klimmen allerlei stompzinnigheden over hoes en bitches , hoeren en teven dus, debiteren terwijl ze omringd wor- den door schaars geklede jonge vrouwen, wier rol beperkt is tot kronkelen en sidderen en hijgen en zuchten van hitsigheid.
Sex sells , nou en of, want het is niet dat deze video's geen succes hebben. Goed voor de geestelijke en rela- tionele gezondheid van met name jongeren (het doelpubliek) kan dat niet zijn, vond Hilkens steeds meer. In een stuk in het hiphop- blad State Magazine schreef ze in februari 2006 ten slotte: 'Wat wordt onze samenleving beter van een overdosis seks? Hoe groeien jongeren op een intellectueel niveau door te kijken naar half- naakte siliconenbommen die zich gewillig onderwerpen aan (lelijke!) rappers?'