Dementie en onbegrepen gedrag

Wat is probleemgedrag of onbegrepen gedrag?

Onder probleemgedrag, ofwel 'onbegrepen gedrag', verstaan we alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen. Interventies zullen vaak gericht zijn op het aanpassen of veranderen van de omgeving of op het vergroten van de draagkracht van de mantelzorger of het verzorgend team.

Vormen

Bij probleemgedrag wordt een onderscheid gemaakt tussen excessief gedrag en gedragstekorten. Bij excessief gedrag wordt een probleem ervaren doordat het gedrag te vaak, te langdurig of te hevig optreedt, zoals bijvoorbeeld geagiteerd gedrag. Bij gedragstekorten vormt juist de afwezigheid van gedrag het probleem zoals apathisch gedrag. Vaak wordt bij probleemgedrag al snel gedacht aan fysieke of verbale agressie. Andere voorbeelden zijn:

Oorzaken

Probleemgedrag kun je vergelijken met koorts. Het is een manier om aan te geven dat er sprake is van een ander probleem. Net zoals koorts aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten.

Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, enzovoort. De aanpak van probleemgedrag moet dus gericht zijn op het onderliggende probleem en dat verschilt per cliënt.

Meerdere factoren

Probleemgedrag wordt bijna altijd veroorzaakt door meerdere factoren tegelijkertijd. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.

Context

Probleemgedrag is contextgebonden. Dat wil zeggen: gedrag dat problematisch is in een bepaalde context, hoeft dat elders niet te zijn. In een thuissituatie kan zwerfgedrag problematisch zijn, maar in een instelling hoeft dat niet het geval te zijn, als iemand vrij en veilig naar buiten kan en binnen voldoende ruimte heeft.   

Probleemgedrag of onbegrepen gedrag?

In de nieuwe richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie (januari 2018) is bewust gekozen voor de term ‘probleemgedrag’ en niet voor ‘onbegrepen gedrag’, ‘moeilijk te begrijpen gedrag’ of ‘moeilijk te hanteren gedrag’. De samenstellers van deze richtlijn lichten toe: ‘Probleem (Latijn: problema = opgave) geeft goed aan dat we voor een opgave staan’. Het betekent overigens niet dat het probleem in de persoon met dementie gezocht moet worden. Met een methodische aanpak van probleemgedrag zoek je juist naar de onderliggende factoren, die evengoed in de omgeving kunnen liggen. Zorg voor Beter volgt met de themanaam Probleemgedrag de keuze van de samenstellers van deze richtlijn.

Factoren voor het ontstaan van probleemgedrag

Er zijn verschillende factoren of signalen die (kunnen) wijzen op de oorzaak van probleemgedrag. Deze factoren moeten in kaart gebracht worden om een goede probleemanalyse te kunnen maken.
Plaatjeprobleemgedrag.png

LICHAMELIJKE FACTOREN EN MEDICIJNGEBRUIK

PSYCHISCHE FACTOREN

Is een psychische stoornis de oorzaak van probleemgedrag? Let dan bijvoorbeeld op:

OMGEVINGSFACTOREN

Omgevingsfactoren kunnen aanleiding geven tot probleemgedrag, denk bijvoorbeeld aan:

Pijn

Een van de lichamelijke factoren waardoor probleemgedrag kan ontstaan is pijn. Uit onderzoek is gebleken dat pijn bij mensen met dementie vaak niet wordt herkend. De pijnbeleving bij mensen met dementie is vaak verstoord en het is moeilijk om te achterhalen of iemand pijn heeft. Een lichte prikkel, zoals een strak zittend kledingstuk, kan al een bron van irritatie zijn. Iemand weet niet goed meer waar de prikkel vandaan komt en hoe het opgelost kan worden. De prikkel verandert in pijn, en die is echt. Zolang de prikkel blijft bestaan, neemt de pijn toe. Hierdoor kan iemand boos worden, of chagrijnig, onrustig, somber of bang. En als niemand weet wat er aan de hand is, kan het gedrag problematisch worden. Pijn herkennen is dus belangrijk. Het kan ontstaan door een pijnlijke aandoening of ziekte, zoals artrose, reuma, (bot)breuken, spierpijn, gebitsproblemen, wonden of ontstekingen. Maar de oorzaak kan ook liggen in prikkels als


Er zijn verschillende hulpmiddelen om pijn bij mensen met dementie in kaart te brengen, bijvoorbeeld

PACSLAC-D

De Pain Assessment Checklist for Seniors with Severe Dementia (PACSLAC-D) bestaat uit 24 items. De items zijn geclusterd in drie categorieën: gelaat, verzet/afweer en sociaal/emotioneel. Als een item aanwezig is tijdens de observatie, dan wordt deze gescoord. Een score van 4 of hoger duidt mogelijk op pijn. Zie de PACSLAC-D (pdf)

PAIC 15

De ‘Pain Assessment in Impaired Cognition’, kortweg: PAIC 15 (vrij vertaald: pijnbeoordeling bij mensen met cognitieve problemen) helpt je bij het herkennen van vijftien signalen van pijn, verdeeld over drie categorieën: gezichtsuitdrukkingen, lichaamsbewegingen en stemgeluiden. Download de PAIC 15-vragenlijst (pdf). Lees meer over wetenschappelijke onderbouwing van PAIC 15

15 signalen van pijn bij dementie

Bron: Zorg voor beter

Casus

Meneer Jansen is 85 jaar en woont op een psychogeriatrische afdeling. Meneer heeft de ziekte van Alzheimer en  vertoont de laatste tijd geagiteerd en prikkelbaar gedrag. Dit gedrag doet zich gedurende de hele dag voor en is zeer wisselend. Meneer kan opeens heel boos zijn en het andere moment is hij erg verdrietig. De zorgmedewerkers hebben al van alles geprobeerd, maar kunnen geen verklaring voor het gedrag vinden. Een aantal weken later blijkt dat Meneer Jansen een ontstoken tand heeft.

Casus onbegrepen gedrag:

Zie voor meer informatie op site van zorg voor beter:

https://www.zorgvoorbeter.nl/nieuws/methodieken-onbegrepen-gedrag-dementie