Was kannst du schon?

Wat kun je al?

Voordat je aan het nieuwe thema begint, is het goed na te denken over wat je al kunt.
Lees de zinnen in het schema. Geef steeds aan hoeveel je al weet.

 

Nee, nog helemaal niet

Ja, een  beetje

Ja, geen enkel probleem

Hören

  • Ik kan iemand die vertelt over zijn of haar toekomst op hoofdlijnen begrijpen.

 

 

 

  • Ik kan een uitzending over het vinden van een beroep begrijpen als er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.

 

 

 

Lesen

  • Ik kan de belangrijkste informatie vinden op een website over vervolgopleidingen.

 

 

 

  • Ik kan een horoscoop lezen.

 

 

 

Sprechen

  • Ik kan een telefoongesprek met een bedrijf voeren.

 

 

 

  • Ik kan een voordracht over dingen die ik volgend jaar anders ga doen voor de klas houden.

 

 

 

Schreiben

  • Ik kan verhaal schrijven over mijn toekomstplannen.

 

 

 

  • Ik kan teksten bij een tekenfilm schrijven.

 

 

 

Natuurlijk hoef je dit nog niet allemaal te kunnen.
Je gaat hiermee aan de slag in dit thema.