Was kann ich schon?

Wat kan ik al?

Voordat je aan het nieuwe thema begint, is het goed na te denken over wat je al kunt.
Lees de zinnen in het schema. Geef steeds aan hoeveel je al weet.

 

Nee, nog helemaal niet

Ja, een  beetje

Ja, geen enkel probleem

Hören

  • Ik kan een korte luisterteksten begrijpen als iemand vertelt over zijn vakantie.

 

 

 

  • Ik kan een geluidsfragment of video over vakantie begrijpen als er langzaam en duidelijk gesproken wordt.

 

 

 

Lesen

  • Ik kan informatie vinden en begrijpen in een reisgids.

 

 

 

  • Ik kan uit een reisverslag de belangrijkste informatie halen.

 

 

 

Sprechen

  • Ik kan vertellen over mijn leukste vakantie ervaringen.

 

 

 

Schreiben

  • Ik kan een hotelkamer boeken.

 

 

 

  • Ik kan een reisverslag schrijven.

 

 

 

Landeskunde

  • Ik kan de landen die Duitsers graag tijdens hun bezoeken noemen.

 

 

 

Natuurlijk hoef je dit nog niet allemaal te kunnen.
Je gaat hiermee aan de slag in dit thema.