Stap 5 - Spreken

Wie heeft er nou geen vooroordelen?
Hebben niet alle Duitsers een bierbuik?
Zijn niet alle Italianen macho’s?
Eten Fransen ook nog iets anders dan stokbrood?
Zijn er ook Nederlanders die geen caravan hebben?

Natuurlijk kloppen vooroordelen niet.
Het gedrag of de eigenschap wordt uitvergroot en overdreven.
Ja, veel Nederlanders gaan met de caravan op vakantie.
En als de vakantie begint, zijn dat er veel tegelijk.
Daardoor lijkt het wel of alle Nederlanders met de caravan onderweg zijn, maar dat is natuurlijk onzin.

Kijk maar in je eigen klas: wie van jullie gaat met de caravan op vakantie?
Is dat echt iedereen? Is het de helft? Of nog minder?

Vooroordelen kunnen ook tot grappige situaties leiden.
Het leukste is dan als je laat zien dat zo'n vooroordeel nergens op slaat.
Je kunt er dan samen om lachen.

Pausengespräche

Jouw sportvereniging doet mee aan een internationaal toernooi.
Daarvoor zijn jongeren uit de hele wereld naar Hannover gekomen.
In de pauzes leer je mensen uit andere landen kennen.
Jullie hebben veel lol met elkaar, zeker als jullie horen wat voor vooroordelen er tegenover elkaar bestaan.

 

Voorbeeld 1

A.

Ich dachte, du hast einen Bierbauch.

B.

Nein, aber du müsstest mal meinen Vater sehen!

A+B

Hahaha!

 

 

Voorbeeld 2

A.

Ich dachte, ihr esst immer nur Baguette und Froschschenkel.

B.

Das machen wir nur sechsmal pro Woche, heute ist der siebte Tag. Quak, quak!

A+B

Hahaha!


Minigespräche

  1. Verzamel in de klas of in groepjes vooroordelen over verschillende nationaliteiten.
  2. Bedenk met z’n tweeën minimaal drie minigesprekjes. Probeer daarbij een grappige reactie te bedenken waardoor jullie allebei hartelijk kunnen lachen.
  3. Presenteer jullie leukste gesprek in de klas.

Maar opgelet! Geen beledigingen!