Stap 6 - Spreken

In de volgende oefening vertel je je medeleerlingen iets over een hele leuke vakantie die je hebt gehad.

Vorbereitung 1

Begrijp je de volgende vragen? Vertaal ze in de klas of met een medeleerling.

  1. Wo bist du gewesen?
  2. Wie seid ihr dorthin gereist?
  3. Wo habt ihr übernachtet?
  4. Wie war das Wetter?
  5. Was hast du gesehen oder gemacht?
  6. Warum war es dein schönster Urlaub?

Vorbereitung 2

  1. Beslis over welke vakantie je wilt praten.
  2. Bereid je verhaal voor.
    1. Beantwoord de vragen uit Vorbereitung I.
      Voorbeeld:
      • Ich bin in der Schweiz gewesen.
      • Wir sind mit dem Auto dorthin gefahren.
      • Wir haben in einer Ferienwohnung übernachtet.
      • Das Wetter war toll. Es lag viel Schnee und die Sonne schien.
      • Ich bin Ski und Snowboard gefahren.
      • Ich finde Wintersport einfach toll!
    2. Vul eventueel zelf nog informatie aan
      (bv. met wie je daar bent geweest, hoe het eten was).
    3. Gebruik de StudioWozzol-lijsten en eventueel een woordenboek.
    4. Oefen de zinnen tot je ze uit het hoofd kent.

Zwei Ringe

Voor de presentatie gebruik je de oefenvorm 'Twee cirkels'.
Dat werkt als volgt: