Opdracht kring: Iedereen is anders. Roep 2 kindjes naar voren, en laat ze tegenover elkaar staan. De kindjes mogen nu goed naar elkaar kijken. Waar zijn de verschillen? Omstebeurt mogen ze iets noemen wat anders is. Groter, kleiner, blond, bruin haar, blauwe ogen, bruine ogen, andere naam, andere kleding etc. Als het moeilijk is kan de juf helpen door vragen te stellen: heeft hij dezelfde kleur haar als jou, of niet?