Een tracheostoma wordt aangelegd als er sprake is van een kwaadaardig gezwel in het strottehoofd. Deze operatie heet "laryngectomie". Bij deze laryngectomie wordt het strottenhoofd volledig verwijderd. Hierdoor ontstaat de situatie dat de luchtpijp wordt ingehecht op de huid laag in de hals (tracheostoma) en de slokdarm direct met de mond verbonden is. Eten blijft dus normaal mogelijk, spreken moet echter opnieuw worden aangeleerd, middels een stemprothese. De operatie duurt 2 tot 4 uur en wordt uitgevoerd onder algehele narcose. Tijdens de operatie is een infuus voor de vochttoevoer aangebracht en één of meerdere wonddrains. Een wonddrain is een slangetje om het wondvocht af te voeren naar een fles. Wanneer de operatie langer duurt (bijvoorbeeld waneer de halslymfeklieren meegeopereerd worden), wordt tijdens de narcose tijdelijk een urineslangetje (katheter) bij het plaskanaal ingebracht om een overvolle blaas tijdens de operatie te voorkomen. De urine wordt opgevangen in een zakje. De patiënt en zijn/haar familie moeten zich geen zorgen maken bij het zien van alle slangetjes. Het maakt allemaal deel uit van een routineprocedure om de patiënt te helpen snel te herstellen van de operatie.