Lessen week 22 en 23 (25 mei t/m 5 juni)

Een Educatieve activiteit organiseren

 

Wat ga je doen?

Doel van de les:


Inleiding

In het Voedingscentrum komen mensen om iets te leren. Er zijn verschillende manieren om iets te leren:​

Leren gaat makkelijker als het op een leuke manier wordt verteld, als er leuk beeldmateriaal is en amusante spelletjes aan verbonden zijn​.

 

Als iets leerzaam is. Dan noemen we dat educatief. Kortom: Als je iets aan het doen bent waar je ook nog veel van kan leren, noem je dat een educatieve activiteit.

Bekijk onderstaand filmpje over de educatieve activiteiten van Adventure Twente:

 

______________________________________________________

THEORIE

 

Educatieve activiteit​

Als je een activiteit gaat organiseren probeer je dit in een actieve, amusante vorm over te brengen.​ Bij het organiseren komt veel kijken.

 

 

Het organiseren van een activiteit doe je in een aantal stapjes:  

  1. omschrijf de doelstelling

  1. omschrijf de doelgroep

  1. maak een draaiboek

  1. maak een kostenberekening

  1. maak een reclameinstrument (flyer / poster)

 

1. Doelstelling

Maak eerst een doelstelling (wat wil ik bereiken / waarom organiseer ik deze een activiteit?)

 

Voorbeelden zijn:

Zo zijn er nog veel meer te bedenken. Let op! Het moet iets met Vergroening van de Stedelijke Omgeving te maken hebben. En je moet je onderwerp motiveren. (uitleggen)

Dus waarom vind je het belangrijk dat mensen hier iets over leren.  

 

2. Doelgroep

Daarna bepaal je de doelgroep. (voor welke leeftijd / welke groep mensen is de activiteit?)​

Bij het bepalen van de doelgroep, moet je je afvragen voor welke groep dit het meest interessant is. Sommige dingen zijn super leuk om met basisschoolkinderen te doen, terwijl andere dingen juist interessant kunnen zijn voor pubers, of gezinnen.  

Als je bijvoorbeeld iets over biologisch eten gaat doen, is het vooral interessant voor mensen die ook daadwerkelijk boodschappen doen en die zich dus met eten bezighouden. Dan is het misschien minder interessant voor pubers of schoolkinderen. Je doelgroep is dan bijvoorbeeld huisvrouwen of huismannen in de leeftijd 25 tot 60.  

Als je iets wilt gaan doen met dierenverzorging op een kinderboerderij, kan dat juist heel leuk zijn om met schoolkinderen te doen in de leeftijd 7 tot 12  

 

Doelgroep bereiken  

Als je je doelgroep weet, weet je waarschijnlijk ook hoe je ze moet gaan benaderen. Hoe je ze moet proberen te bereiken.

 

3. Draaiboek

In een draaiboek staat wat, waar, wanneer en door wie iets moet gebeuren (ook in de voorbereiding) ​

 

 

​Hieronder zie je een voorbeeld van zo’n schema voor een workshop met insectenhotels:

 

Bovenstaande is een voorbeeld. Dit soort draaiboeken zijn heel gewoon bij het organiseren van een activiteit. Zo weet iedereen wat er moet gebeuren. (ook als jij zelf bijvoorbeeld ziek bent of zo)

 

4. Kostenberekening

Om te bepalen hoeveel de activiteit moet kosten, maak je een overzicht. Met dit overzicht kun je ook berekenen hoeveel de cursisten moeten betalen. Als de activiteit gesponsord wordt door de overheid of een bedrijf, moet je hen natuurlijk ook laten zien wat het kost. Dan is het voor de cursisten gratis, maar betaalt de sponsor de kosten  

 

Hieronder een voorbeeld van het insectenhotel:

Om te berekenen wat het per cursist kosten gaat, deel je het totaal door het aantal cursisten. Dus bijvoorbeeld een groep van 20 cursisten betaald dan  

€ 615  :  20   =€  30,75  per persoon.

LET OP: als je de groep groter maakt, zijn de kosten per persoon dus lager .  

 

Bij een groep van 30 cursisten betaald iedere cursist:

€ 615  :  30  =   €  20,50 per persoon

 

5. Bekendmaking (Flyer of poster)

Het maken van een goede flyer of poster is belangrijk om iets onder de aandacht te brengen. Dit geldt ook voor een educatieve activiteit. Je wilt natuurlijk dat deelnemers zich inschrijven en meedoen. Voor het maken van een goede flyer zijn een paar regels heel belangrijk. Lees ze hier:

 

_______________________________-

Hoe maak ik een flyer

Je wilt zelf een mooie flyer maken maar je weet niet waar je moet beginnen. Het feit dat je een ‘mooie flyer’ maakt is niet genoeg.

De ontvanger bepaalt namelijk al in één oogopslag of hij iets met de flyer doet. En die kans wil je niet laten liggen! Hoe speel je hier optimaal op in, en hoe maak je een flyer dan precies?

Je leest in dit artikel 6 tips voor het maken van een flyer.

Tip 1: Bepaal het doel van je flyer

Als je niet weet wat je wilt bereiken wordt het lastig om niet alleen een mooie maar ook effectieve flyer te maken.

Bepaal dus voordat je met begint met ontwerpen,

 

Tip 2: Zorg voor een goed design

Een goed design zorgt voor een groter effect. Vormgeving is erg belangrijk bij het maken van een flyer. Een goede vormgever zorgt voor een goede overzichtelijke verdeling in de flyer, daardoor wordt het ontwerp mooier, beter, schoner en effectiever.

Tip 3: Foto’s geven je flyer een boost

Maar kies dan wel voor goede foto’s. het liefst echte foto’s. Denk aan een foto van je product of een van je mensen.

Maak de foto’s niet met een slechte camera van een stokoude smartphone. Gebruik een hoge kwaliteit spiegelreflex camera of de camera van een recente smartphone. Zo weet je zeker dat de foto van goede kwaliteit is.

Extra tip: zorg voor voldoende (natuurlijk) licht wanneer je fotografeert, zeker als je met de camera van een smartphone de foto’s maakt.

 

 

 

Tip 4: Maak je teksten kort en krachtig

En dan vooral de kopteksten. Want deze trekken de aandacht en verleiden de ontvanger om de flyer verder te lezen.

Let ook goed op de spelling, een taalfoutje is zo gemaakt , en dat staat zo onprofessioneel.

Maak je tekst actief, zodat je de lezer activeert. De zin ‘Zou je willen dat iemand gegevens achterlaat’ is veel moeilijker te lezen dan ‘Wil je dat iemand gegevens achterlaat’ bijvoorbeeld.

 

Tip 5: Zorg voor lucht in je design

Dit noemen ze ook wel de ‘negatieve ruimte’ in je ontwerp. Een beetje lucht doet een ontwerp vaak goed. Het zorgt voor symmetrie en vergroot de leesbaarheid van de flyer. Vaak ben je geneigd het hele ontwerp vol te proppen met teksten en afbeeldingen, niet doen!

Bij een flyer moet de lezer nieuwsgierig wordt naar meer!

 

 

Tip 6: Kies het formaat en de juiste papiersoort

Voor een flyer is het formaat erg belangrijk. Ga je de flyer uitdelen op straat? Dan is het niet handig om de flyer op A3 formaat te drukken, je kunt dan beter kiezen voor een A6 zodat het voor de ontvanger gemakkelijk op te bergen is.

Ook qua papiersoort is het belangrijk welke uitstraling je kiest. Heb je een milieuvriendelijk bedrijf? Dan is het verstandig voor een papiersoort te kiezen die dat ook uitstraalt.

 

Tip 7: Activeer de ontvanger

Dit is misschien wel het meest belangrijke, je wilt graag dat de ontvanger iets gaat doen! Zorg daarom voor een duidelijke call-to-action op de flyer, zoals:

Dus neem dit mee in het ontwerp van de flyer, en ontwerp hier omheen.

 

Na deze 7 tips kun je direct aan de slag met het maken van een flyer.

 

Succes er mee!!!


Maak de opdracht 'Het organiseren van een educatieve activiteit'

 

LET OP: Deze opdracht is de praktische eindopdracht van hfst 3. Volgende week komen we op school. Dan heb je ook nog tijd om er aan te werken. Dan moet de opdracht definitief worden ingeleverd. Deze les lever je al wel in wat je af hebt.

Het betreft een educatieve opdracht die te maken moet hebben met gezond eten. Het kan dan gaan over de bereiding, verwerking of verpakking van eten. Ook mag het te maken hebben met een trend over gezonde voeding.

Zo kan je denken aan een activiteit die iets te maken heeft met groenten herkennen of proeven, of met het bereiden van een gezonde snack, een rondleiding door een levensmiddelenbedrijf, slachterij, bakkerij, enz. enz..  Noem maar op er zijn veel mogelijkheden. Als het maar te maken heeft met voeding.

Je hoeft de activiteit niet uit te voeren.

Succes!

​​

 

Educatieve activiteit opdrachten.docx

 

Lever deze 5 opdrachten samen in via Elo-opdrachten --> HGL 2 / week 22 / Inleveren

Je levert deze les in wat je af hebt. Daarna volgende week definitief inleveren. Je kunt er dan nog een uur aan werken.

Het andere uur heb je de theorietoets (digitaal) van hfst 2. Zorg dus dat je een opgeladen laptop bij je hebt.

De theorie van hfst 2 kun je vinden onder de volgende link

https://maken.wikiwijs.nl/152601/Zelf_een_agrarisch_product_ontwikkelen_en_verpakken