Reanimatie voer je uit door het geven van borstcompressie. Hierbij plaats je beide handen op het borstbeen van het slachtoffer en je drukt in een snel tempo dertig keer achter elkaar de borstkast op en neer. Hierna controleer je opnieuw de beademing. Is dit er niet, start je twee keer mond op mond beademing.
Je plaatst je handen in elkaar op de borst, ongeveer midden tussen de lijn tussen de tepels op het borstbeen.
Dan ga je met je armen recht de borstkas in snel tempo telkens 5 cm naar beneden duwen.
Je doet dit 100 keer per minuut (dus heel vaak). Je telt dan tot 30, dan ga je twee kee beademen.
Door zo op de borstkas te drukken, imiteer je de werking van het hart en zorg je dat het bloed bij het slachtoffer blijft stromen.