Plaats de vingers en/of duimen (bij lichaam eventueel duimmuis/ elleboog) ontspannen op het weefsel. Geef een licht draaiende beweging met actieve druk op het weefsel. Hierbij wordt bij de eerste rondgaande beweging lichte druk uitgeoefend, bij de tweede rondgang wordt deze gelijkmatig verhoogd en tijdens de derde rondgang geoptimaliseerd. Vervolgens geleidelijk laten afnemen, waarna het contact met het weefsel geleidelijk wordt verbroken.