De oudste stukjes informatie over Jezus moeten dus te vinden zijn in Marcus en in Q. Marcus vertelt in het begin van zijn evangelie dat Jezus zich door Johannes laat dopen in de Jordaan. Dat zou historisch correct kunnen zijn, want het plaatst de persoon van Jezus in zekere zin als de 'mindere' van de profeet Johannes: Jezus laat zich immers door hem dopen. Dat voldoet helemaal aan een van de criteria uit het vorige onderdeel. |
Het lijkt er op dat Jezus het werk van Johannes de Doper en (een deel van) zijn volgelingen heeft overgenomen. Hij preekte echter niet meer bij de Jordaan, maar in de dorpen en steden rond het meer van Gailea. De boodschap veranderde weinig: 'De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeer u en geloof in de Blijde Boodschap.' Mc. 1,15
De tijd is vervuld |
Het "vol zijn van de tijd" is een apocalyptisch thema. Het gaat over een omwenteling die een einde maakt aan de wereld zoals wij die nu kennen.
Het Rijk Gods is nabij
Veel mensen denken bij het Rijk Gods meteen aan de hemel, een bovenaardse wereld , waar je misschien terechtkomt na je dood. Maar voor Jezus was het Rijk Gods heel concreet en aards: God zal zelf koning worden en heel de wereld gaan besturen.
Bekeer u
Niet iedereen zal trouwens toegelaten worden tot dat het Rijk Gods. Jezus geloofde dat de Mensenzoon iedereen zou komen oordelen en alleen degenen die het waardig waren toe te treden tot het Rijk Gods zou toelaten. Een voorwaarde om waardig gevonden te worden was bekering. Het betekent dat je alle boosheid laat varen en het goede doet.
De Blijde Boodschap
Ook hier bedoelde Jezus heel waarschijnlijk iets anders dan de christenen er later van zouden maken. Hij dacht bij de uitdrukking "Blijde Boodschap" niet aan zijn eigen dood en verrijzenis maar bedoelde de aankondiging van het Rijk Gods. We zullen nu wat dieper ingaan op de manier waarop die blijde boodschap na de dood en de verrijzenis van Jezus meer en meer een nieuwe betekenis krijgt.
Het goede nieuws
Het woord evangelie komt van het Griekse ‘eu angelion’, wat letterlijk 'goed nieuws' betekent. In de oudheid was het ook een soort titel voor een aankondiging, bijvoorbeeld wanneer er een nieuwe keizer kwam. Een keizer werd door de Romeinen vaak als een god beschouwd en vaak kreeg hij ook de titel "zoon van God" (Filius Dei). Marcus, die zoals we gezien hebben het eerste evangelie schreef, gebruikt die titel met een specifieke bedoeling: hij kondigt een nieuwe koning aan en die nieuwe koning is Jezus, de zoon van God. Dat is de aankondiging van zijn goede nieuws. Elders zullen we zien dat zijn hele tekst verder uitlegt op welke manier Jezus koning, Messias en de Zoon van God is.