Vooraf: HELAAS is het filmpje intussen verdwenen van YouTube en er is geen goede vervanging voorhanden. Jullie moeten het dus doen met de transcriptie.
Het synoptische probleem is het probleem om de opvallende overeenkomsten en verschillen tussen de drie synoptische evangeliën te verklaren. De drie synoptische evangeliën zijn het evangelie van Matteüs, het evangelie van Marcus en het evangelie van Lucas in het nieuwe Testament.
Deze evangeliën vertellen zoveel dezelfde verhalen, zodat je ze naast elkaar kan leggen in kolommen, zodat je ze samen kan bekijken (syn-optiek betekent "samen zien"). Het synoptische probleem is de term die gebruikt wordt om de precieze relaties te beschrijven tussen deze
drie evangeliën.
In de volgende clips leg ik de vijf meest erkende hypothesen uit die een oplossing bieden voor dit ernstige probleem.
Hypothese 1: De traditionele, Augustiniaanse theorie
De oudste theorie is van Augustinus en wordt beschouwd als de Mattheus-prioriteit hypothese. Augustinus suggereert in deze theorie dat in chronologische volgorde Mattheus
het eerst geschreven is, dan Markus en dan Lukas.
Dit zou betekenen dat, nadat het evangelie van Mattheus werd geschreven, het werd ingekort
door Markus. [Markus is inderdaad het kortste evangelie]. En dan gebruikte Lukas deze beide evangeliën als bronnen voor zijn eigen evangelie.
Hypothese 2: De 2-evangelies-hypothese (De Griesbach theorie)
De Griesbach theorie werd voor het eerst [ook] voorgesteld door Augustinus en verder uitgebreid door Johann Jakob Griesbach en later opnieuw geïntroduceerd door William Farmer in 1964. De hypothese van de twee evangeliën houdt in dat Mattheus eerst was en dat Lukas geschreven is vóór Markus. Lukas zou Mattheus gebruikt hebben als bron en daarna zou Markus zowel Mattheus als Lukas gebruikt hebben om zijn eigen evangelie te schrijven.
Hypothese 3: De 2-bronnen-hypothese
De 2-bronnen-hypothese werd oorspronkelijk bedacht in Duitsland in 1838 en werd populair bij Duitse protestantse bijbelkenners. Nu is deze theorie de meest aanvaarde oplossing voor het synoptisch probleem. In de 2-bronnen-hypothese werd Markus eerst geschreven en gebruikten Mattheus en Lukas beide afzonderlijk Markus als bron.
Mattheus en Lukas gebruikten daarnaast ook de Q-bron, wat een dubbele tradities verklaart in Mattheus en Lukas, die je niet vindt in Markus. [De Q-bron is een veronderstelde verzameling van woorden van Jezus, die bekend was bij Mattheus en bij Lukas, maar niet bij Markus. Deze bron wordt Logienquelle ("woordenbron") of kortweg Quelle genoemd. De afkorting is Q. Je kan dus zeggen dat Lucas en Matteus voor de verhalende elementen gebruik hebben gemaakt van Marcus (zijn verhaal heeft relatief weining Jezus-woorden) en dat zij dat verhaal doorspekt hebben met Jezuswoorden uit de (verloren gegane) bron Q.]
Hypothese 4: De 3-bronnen-hypothese
De drie-bronnenhypothese is een andere oplossing voor het synoptische probleem en deze hypothese lijkt erg op de 2-bronnen-hypothese. Het combineert aspecten van de twee-bronnen hypothese en de Griesbach hypothese: in deze hypothese werd Markus ook als eerste geschreven.
Mattheus en Lukas hebben allebei het evangelie van Markus en de Q-bron gebruikt.
Daarnaast gebruikte het evangelie van Lucas ook een paar zaken uit het evangelie van Mattheus. Daarom wordt deze hypothese ook de drie bronnen-hypothese genoemd.
Hypothese 5: De Farrer Theorie
De Farrer theorie is vernoemd naar Austin Farrer die in 1955 de Quelle weg wilde denken. De theorie stelt de prioriteit van Markus en stelt de noodzaak van Q in vraag. Deze theorie zegt in essentie dat Markus eerst werd geschreven. Daarna werd Mattheus geschreven met Markus als bron. Dan werd het Evangelie van Lucas geschreven met zowel Markus als Mattheus als bronnen.
Je kunt dus zien dat er veel theorieën zijn met betrekking tot de relaties tussen de drie synoptische evangeliën. Wij hopen dat jullie iets meer geleerd hebben over de mogelijke oplossingen voor dit ernstig probleem.
[TIP: De verschillende hypothesen lijken erg op elkaar. Het helpt om te focussen op de verschillen.]