Opgaven rekenen aan reacties met mol

29. Je kunt salmiak ( NH4Cl) maken door zoutzuur (HCl) en ammoniak ( NH3) bij elkaar te voegen.

a. Geef de reactievergelijking.

b. In de salmiakfabriek beginnen ze met 1000 kg HCl. Hoeveel NH3 moet er toegevoegd worden om alle HCl te laten reageren? Tip: Hoeveel mol HCl is 1000 kg HCl?

c. Hoeveel  kg salmiak heb je dan gemaakt?

 

30. Bij de elektrolyse van water onstaat waterstof(gas) en zuurstof (gas)

a. Geef de kloppende reactievergelijking.

b. We elektrolyseren 100 kg water. Hoeveel  kg waterstof krijg je? Hoeveel  kg zuurstof krijg je?