Het idee dat de oorlogsmisdadigers moeten worden gestraft, ontstaat tijdens de oorlog – nog vóór de capitulatie van de Duitsers. Roosevelt vraagt het ministerie van Defensie in 1944 om een plan te maken voor de berechting van de aanstichters van de oorlog, terwijl het Britse kabinet in december van dat jaar een discussie voert over de straffen die de nazi’s moeten ondergaan. Wanneer de geallieerde leiders bijeenkomen, speculeren zij aanvankelijk koelbloedig over executie van vele duizenden Duitse officieren, maar de precieze uitvoering daarvan is een punt van discussie. Roosevelt, en later Truman, pleiten vooral voor een eerlijk proces: met het zomaar doodschieten van iedereen die je schuldig acht, verlaag je jezelf tot het niveau van de vijand. De drie bondgenoten zijn het er in elk geval over eens dat alle oorlogsmisdadigers hun verdiende straf moeten krijgen, zij weten alleen nog niet volgens de regels van welk land dit moet gebeuren. Er bestaat in 1945 wel zoiets als internationaal oorlogsrecht, maar dat was niet berekend op de wreedheden die zich tijdens de oorlog hadden voorgedaan. Voor zoiets als het (proberen) uitroeien van een heel ras waren geen wetten, laat staan voor de manier waarop. Er waren drie duidelijke, juridische problemen:
Toch worden er de volgende hoofdaanklachten tegen de nazi’s geformuleerd: oorlogsmisdaden in het algemeen, misdaden tegen de vrede, misdaden tegen de menselijkheid en het initiëren van een aanvalsoorlog. Voor dit laatste punt pleiten vooral Amerika en Groot-Brittannië: zij vinden het voorbereiden en uitvoeren van een grootschalige oorlog een misdaad op zich. Er zal uiteindelijk een Internationale Militaire Rechtbank worden opgericht, waar elk land zijn eigen rechters naar mag sturen.
De organisatie van het proces https://youtu.be/_qioBuhWV30