SOORTEN WATER
We hebben verschillende soorten water:
Leidingwater
Leidingwater komt uit de kraan. Maar hoe komt het daar? Drinkwaterbedrijven winnen water uit rivieren. En uit de grond, want ook daar zit water in. Water dat ooit als regen op het land terechtgekomen is, of als sneeuw in de bergen en als smeltwater meegevoerd door rivieren naar zee.
Grondwater
Het regenwater sijpelt de grond in. De bodem filtert het vuil uit het water. Daardoor hoeft het drinkwaterbedrijf minder schoon te maken voordat jij het kunt drinken, ermee koken of gebruiken voor tanden poetsen en (af)wassen.
Oppervlaktewater
Water uit de zee, rivieren, sloten en meren is oppervlaktewater. Dat is niet gefilterd en vaak minder schoon. Voor een drinkwaterbedrijf betekent dat meer schoonmaakwerk. Maar je kunt er wel in recreƫren: zwemmen, varen, vissen.
Bulkwater
Dat is water dat is opgeslagen in tanks of bassins. Bijvoorbeeld bij tuinders of een rioolwaterzuiveringsbedrijf
GEZOND WATER
Drinkwater voor mensen moet aan hogere eisen voldoen dan drinkwater voor dieren of planten. Er mogen geen schadelijke stoffen in zitten waar je ziek van kunt worden. Daarom controleert het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de kwaliteit van het drinkwater. Gezond drinkwater heeft de volgende kenmerken:
ZUURGRAAD EN ZOUTGEHALTE
Een belangrijke indicatie voor de kwaliteit van water is de zuurgraad of pH-waarde. Bij een waarde tussen de 7 en 8,5 kunnen planten en dieren het water zonder problemen opnemen. Is de waarde hoger (basisch) of lager (zuur), dan is het water meestal niet geschikt als drinkwater.
Een andere indicator is het zoutgehalte of de EC-waarde. Veel planten en dieren kunnen niet goed tegen zout in het water. Je meet de hoeveelheid zout in het water met een EC-mteer of door een hoeveelheid water te laten verdampen en dan te bepalen hoeveel zout overblijft.
Vergelijk de zoutgehaltes:
Je kunt de waterkwaliteit ook beoordelen aan de hand van de planten en dieren die je met het blote oog kunt zien: macro-organismen. Kijk vooral naar het leven in het water en minder naar dat rondom het water.
Hoe meer je ziet, hoe schoner het water zal zijn!!!
Ook het soort leven is bepalend: een schrijvertje verdwijnt sneller bij vervuiling dan een bloedzuiger. En een muggenlarve kan ook in ernstig vervuld water leven. Maar let op planten en dieren die in sterk vervuild water kunnen leven, vind je ook in schoon water. Dat zegt weinig over de kwaliteit. Andersom wel. Want planten of dieren die gevoelig zijn voor vervuiling kom je nooit in vies water tegen.
Je geeft de waterkwaliteit aan met de biotische index (BB) of kwaliteitsklasse.
De opdrachten