Voedingsstoffen zijn noodzakelijk om gezond te blijven. Maar welke voedingsstoffen zitten er in ons voedsel? We hebben het gehad over bouwstoffen. Bouwstoffen zorgen ervoor dat alles in je lichaam kan groeien. Een belangrijke bouwstof is eiwit. Eiwit zit in vlees en vis, maar ook in kaas en eieren. Eiwitten zijn nodig om te groeien. Maar je lichaam heeft ze ook nodig om te herstellen. Als je een gat in je hoofd bent omdat je bent gevallen, dan moet je huid op die plaats weer dichtgroeien.
Ook mineralen en water zijn bouwstoffen. Bekende mineralen zijn bijvoorbeeld ijzer en zout. Ijzer zit in je bloed en zout zorgt ervoor dat er genoeg vocht in je lichaam zit. Er zijn wel 20 soorten mineralen. Je lichaam heeft ze allemaal nodig, van alles een klein beetje per dag.
Koolhydraten en vetten zijn de bandstoffen. Met koolhydraten bedoelen we suiker en zetmeel. Zetmeel zit vooral in brood en rijst; zuiker vind je in honing en natuurlijk in een suikerklontje. Vetten gebruiken we bij het bakken. Het zit in olie en boter, maar ook in vlees en kaas.
Bij de verbranding van koolhydraten en vetten ontstaat er energie in je lichaam. Deze energie heb je nodig om iets te doen, zodat je bijvoorbeels kunt staan, zitten of werken.
Tot slot zijn er beschermedene stoffen. Dit zijn vitamines. De vitaminse geven we aan met een letter. Zo heb je vitamines A, B of C. Elk soort vitamine heeft zijn eigen functie. De vitamine komen in heel kleine hoeveelheden voor in allerlei voedingsmiddelen. Vitamie A komt bijvoorbeeld vooral voor in melk, boter, kaas en eieren. Vitamine B zit in brood en rijst.
Nieuwe woorden
het eiwit herstellen de mineralen het ijzer het vocht de koolhydraten de vetten |
het zetmeel de honing de olie de verbranding de vitamine het voedingsmiddel
|