Als we eten, dan beginnen we eerst het voedsel te kauwen. Hierdoor wordt het voedsel kleingemaakt en kunnen we het beter doorslikken. Het kauwen is ook belangrijk voor het verteren van het voedsel. Door het kauwen wordt het oppervlak van het voedsel groter gemaat. Als het voedsel in kleine stukjes wordt gemaakt, dan kan het speeksel goed bij het het voedsel komen. In het speeksel zit een stof die ervoor zorgt dat het voedsel beter wordt verteerd. Je maag en darmen kunnen het voedsel dan goed gebruiken om er iets mee te doen.
Je gebit is ook belangrijk, want zonder je gebit kun je het voedsel niet goed kauwen. Je moet dus zorgen dat je je gebit iedere dag goed schoonmaakt, want dan blijft je gebit gezond.
Koeien kauwen hun voedsel verschillende keren. De koe is daarom een herkauwer. Ze hebben speciale tanden om goed te kauwen en ze eten alleen plantaardig voedsel, vooral gras. Dat betekent dat alleen planten voor een koe eetbaar zijn, ze eten geen vlees. Plantaardig voedsle is moeilijk te verteren. Dat omt omdat er in planten een harde stof zit. Als een koe gras eet, wordt het eerst een beetje gekauwd en doorgeslikt. Daarna komt het in de maag. Later gaat een deel van het voedsel terug naar de bek. Het kauwen begint dan opnieuw: de koe gaat herkauwen. Daarna gaat het herkauwde voedsel weer terug naar de maag. Dit proces herhaalt zich een paar keer tot al het voedsel heel goed gekauwd is. Daarna gaat het voedsel naar de darmen. Die lange darmen zorgen ervoor dat de koe veel ruimte in zijn darmen heeft om het voedsel in het bloed op tenemen. Het verteerde voedsel wordt in het bloed opgenomen en de voedselresten verlaten door de darmen het lichaam als poep.
Heb je wel een koeien zien herkauwen? Meestal liggen ze dan met een hele kudde bij elkaar in het weiland. Je kunt hun bek dan steeds heen en weer zien gaan.
Nieuwe woorden
verteren het oppervlakte de herkauwer de tand plantaardig |
eetbaar de bek herkauwen de kudde het weiland |