Overal op de wereld waar het niet te warm of te koud is, vind je planten. Zelf in het water. Er zijn erg veel verschillende planten. Er zijn meer dan 400.000 soorten bekend! Sommige planten kunnen erg groot worden, zoals bomen en struiken. Maar er zijn ook planten die klein blijven, denk bijvoorbeeld aan het gras. De meeste planten hebben bladeren, stengels en wortels. De bladeren en stengels van de plant kun je goed zien, want ze groeien boven de grond. De wortelsvan een plant groeien onder de grond. Die kun je alleen zien als je de plant uit de grond haalt.
Planten en bomen zijn heel belangrijk voor mensen. Bijna elke dag eet je wel iets dat van planten komt of drink je het sap van vruchten, bijvoorbeeld van appels. En bij de kleding die je draagt is vast weliets van katoen: ook dat komt van een plant. Misschien heb je ook wel planten in je huis (we noemen dat kamerplanten) of staan er bij je thuis of op je school bloemen, zoals rozen of tulpen.
In veel landen gebruiken mensen hout om vuur mee te maken, zodat ze kunnen koken en hun huis een beetje warm kunnen maken. Ze gebruiken hiervoor de stam van een boom of de takken van bomen en struiken.
Ten slotte kunnen mensen door een bepaald proces, dat wil zeggen op een bepaalde manier, papier maken van hout.
Nieuwe woorden
De struik De stengel De wortel Groeien Het sap De vrucht
|
De/het katoen De kamerplant De roos De tulp De stam Het proces |