leerdoelen:
- Na deze les kan je zelf een genetische stamboom maken en uitlezen.
- Na deze les kan je kruisingstabellen opstellen en toepassen.
Kruisingen en kruisingstabellen
In dit hoofdstuk heb je tot nu toe geleerd over fenotypen en genotypen. Ook heb je geleerd over genetische variatie en mutaties. Als je dit weer even moet opfrissen, maar je geen zin hebt om alles opnieuw te lezen, klik dan HIER voor een filmpje met daarin alle informatie.
Om erachter te komen wat voor haar kleur of haarsoort puppies kunnen krijgen, kan er een kruisingtabel gemaakt worden. Kijk de video hieronder om erachter te komen hoe dit werkt.
Klik HIER als de video niet werkt.
Stambomen
Soms kan je er ook achter komen wat het genotypen was van een ouder door te kijken naar de fenotypen van de kinderen en ouders.
Kijk naar de video hieronder voor meer informatie.
Als de video niet werkt, klik dan HIER.
Havo opdrachten:
Als je de Havo leerlijn volgt, moet je de volgende opdrachten maken en inleveren. Als je zelf geen Havo leerlijn volgt, maar alvast wil voorlopen of graag een extra uitdaging wilt hebben, mag je uiteraard de volgende opdrachten ook maken.
Maak een foto van alle gemaakte kruizingstabellen en zet deze netjes in een word bestand met de antwoorden op de vragen. Lever daarna het complete word bestand in.
Als je geen word hebt zet dan de foto's en antwoorden in een nette email.
Opdracht 1:
Maak een kruisingstabel voor de F1 van deze katten:
Vrouwelijke kat (poes): Aa
Mannelijke kat (kater): Aa
Opdracht 2:
Een bloem met genotype RR kruist zich met een bloem dat genotype rr heeft. De nakomelingen (F1) van deze bloemen kruizen zich onderling met elkaar en krijgen nieuwe nakomelingen (F2).
Hoeveel procent kans is er dat de jongste bloemen (F2) genotype Rr hebben?
maak bij het maken van deze vraag 2 kruizingstabellen, 1 tabel voor F1 en 1 tabel voor F2.
Opdracht 3:
Het gen voor taaislijmziekte is recessief. Nummer 7 is heterozygoot voor het gen van taaislijmziekte.
Hoeveel procent kans is er dat nummer 10 (vraagteken) taaislijmziekte heeft?
Schrijf bij elk nummer op welk genotype dit nummer heeft (tip: begin bij mensen die taaislijmziekte hebben).