Hierboven zie je de anatomie (lichaamsbouw) van een mier. Een mier is een insect.
Zoals je hebt geleerd bij ademhaling hebben insecten geen longen. Het lichaam van een insect wordt voorzien van zuurstof met behulp van tracheeen. Insecten hebben dus geen bloed nodig om zuurstof en CO2 te vervoeren. Toch moet er nog transport plaats vinden van voedingsstoffen. Insecten hebben daarvoor ook een bloedvatenstelsel.
De laatse variant op een bloedsomloop is de open bloedsomloop. Een open bloedsomloop is een bloedsomloop die niet langs ademhalingsorganen gaat en dus alleen uit het hart en de overige organen bestaat.
Insecten hebben daarom een open bloedsomloop, ze hebben namelijk geen ademhalingsorganen zoals wij die kennen in kieuwen en longen.
Omdat er minder stoffen vervoert hoeven te worden in het lichaam van een insect is het bloedvatenstelsel ook een stukn minder precies. Het is namelijk niet perse nodig dat het bloed bij elk klein celletje in het lichaam langs komt. Cellen kunnen namelijk zelf ook glucose doorgeven en insecten zijn nou eenmaal niet zo groot waardoor de afstanden waarin dit moet gebeuren te overzien zijn. Toch is het belangrijk dat er stroming in het bloedvatenstelsel zit zodat voedingstoffen verspreid kunnen worden over de lange afstanden van het lichaam zoals van de kop naar het achterste waar het verteringsstelsel zit.
Zoals je op de afbeelding hierboven kunt zien is er daarom 1 groot bloedvat bij een insect. Op de tekening is deze weergegeven als een lange rode lijn. Dit is dus het enige bloedvat van een insect en een insect heeft dus maar weinig bloed. Op verschillende plekken langs dit bloedvat zitten plekken die samen kunnen trekken. Zij zorgen ervoor dat het bloed in het bloedvat blijft stromen. zij functioneren dus samen als het hart van een insect!
maak opgave 3 tot en met 5.