De stam waar ook wij als mens in zijn onderverdeeld, is de gewervelden. Wij hebben namelijk een skelet in ons lichaam (inwendig skelet) en hebben 2 op elkaar lijkende helften (2-zijdig symmetrisch).
Het woord gewervelden komt af van het feit dat alle gewervelde dieren een wervelkolom hebben. Een wervelkolom is de ruggengraat die het lichaam in ons geval rechtophoud en ook alle botten met elkaar verbindt. De wervelkolom is opgebouwd uit losse botten die op elkaar passen: de wervels.

Gewervelde dieren zijn ook weer onderverdeeld in stammen. Bij de ordening hiervan is gelet op de volgende eigenschappen:
- De huid
opties: Schubben, slijm, veren en haren.
- Lichaamstemperatuur
opties: Koudbloedig en warmbloedig. Koudbloedige dieren passen hun temperatuur aan op de omgeving. Warmbloedige dieren steken energie in het behouden van altijd ongeveer dezelfde temperatuur in hun lichaam.
- Ademhalingsorganen
opties: Longen en kieuwen of zelfs de huid.
- Manier van voortplanten
opties: Eieren leggen of levenbarend. Levenbarende dieren worden zwanger. Als het jong zelf kan overleven (met wat hulp) bevalt het dier. Eierleggende dieren leggen eieren die pas na een tijdje uitkomen. Hier zit ook nog weer verschil in: eieren met een zachte schaal(leerachtig), eieren zonder schaal en eieren met een harde kalkschaal.
Door te kijken naar de eigenschappen zijn dieren ingedeeld in 5 stammen: Vissen, Amfibieen, Reptielen, Vogels en Zoogdieren.
Vissen:
- Schubben als huid
- Koudbloedig (staat mogelijk fout in het boek!)
- Haalt adem met kieuwen
- Legt eitjes zonder schaal
Amfibieen:
- Slijmige huid
- Koudbloedig
- Ademhaling veranderd tijdens levensloop: eerst kieuwen, daarna longen.
- Legt eitjes zonder schaal
Reptielen:
- Schubben als huid
- Koudbloedig
- Haalt adem met longen
- Legt eieren met een leerachtige (zachte) schaal.
Vogels:
- Veren bedekken de huid
- Warmbloedig
- Haalt adem met longen
- Legt eieren met een harde kalk schaal.
Zoogdieren:
- Huid bedekt met haren
- Warmbloedig
- Haalt adem met longen
- is levendbarend
Kijk naar afbeelding 51 in je boek om het te visualiseren.
Kijk nu het tweede gedeelte van het filmpje. https://www.youtube.com/watch?v=Kwzot1WAdj8
Lees paragraaf 4.7