Als we het boek aanhouden en algen en wieren onder de protisten laten valen, dan kunnen we naar de onderverdeling van de planten in stammen gaan kijken. Het grootste verschil zit vervolgens in de manier van voorplanten. Zoals veel van jullie zullen weten, plant een gedeelte van de planten zich voort met behulp van zaden en vruchten. Het zaad wordt gemaakt nadat er bevruchting op de plant heeft plaats gevonden en uit dit zaad groeit weer een nieuwe plant.
Een andere manier van voortplanten bij planten is het gebruik van sporen (enkelvoud: spore). Wat er dan gebeurt is dat de spore, die de helft van de chromosomen van een normale cel bevat, uit het geslachtsorgaan van de plant komt. De spore groeit daarna uit tot een klein plantje en maakt geslachtcellen. Op verschillende manieren kunnen die geslachtcellen weer bij elkaar komen en elkaar bevruchten zodat er weer een normale plant kan groeien.
Het rijk van de planten is dan ook in stammen verdeeld door te kijken naar de manier waarop planten zich voortplanten. Er zijn 3 stammen met sporenplanten en 1 stam met zaadplanten. De 3 stammen van sporenplanten zijn: Mossen, Paardenstaarten en Varens.
