De vorige les hebben we het over evolutie en natuurlijke selectie gehad. Om het even wat moeilijker te maken zijn er 2 soorten evolutie: Micro-evolutie en Macro-evolutie.
Micro kennen jullie van het woord microscoop. Met een Microsoop kan je heel kleine dingen bekijken. Micro betekend ook 'Heel klein'.
Macro ken je misschien van macro-sd kaart of macro-markt. Macro is het tegenovergestelde van micro. Macro betekend jusit dat iets heel groot is.
Er bestaat dus Micro-evolutie. Dit betekend dat er "kleine" verschillen ontstaan door evolutie tussen verschillende organismen. Het voorbeeld zoals dat in het filmpje gegeven werd van bijvoorbeeld de ijsberen is micro-evolutie. De beren die op de noordpool leven worden naar een paar generaties steeds lichter door natuurlijke selectie. Je krijgt uiteindelijk dus wel 2 soorten: een bruine beer en een ijsbeer, maar het zijn allebei nog steeds beren die, afgezien van de kleur, er nog steeds bijna hetzelfde uitzien en op een paar aanpassingen na ook nog steeds op bijna dezelfde manier leven.
.
Een voorbeeld waarin we micro-evolutie goed kunnen zien is bijvoorbeeld bij de hond. We hebben tegenwoordig heel veel verschillende rassen honden. Ze zien er ook allemaal anders uit. Deze rassen zijn zo gefokt. Sommige mensen vonden grote honden mooi en hebben de twee grootste honden die ze konden vinden samen pups laten krijgen. Andere mensen hielden van grote oren en hebben twee honden met grote oren bij elkaar gezet.
De natuurlijke selectie is in dit geval door de mens gedaan. Zij hebben voor de honden bepaald welke honden (met grote oren, kleine poten, platte neus enzv.) konden overleven en zich voortplanten. Toch horen alle verschillende rassen nog steeds bij de soort: 'Honden'. zij kunnen nog steeds samen pups krijgen (vuilnisbakkenras). Stel de Golden Retriever word op een gegeven moment zo anders van de Engelse Bulldog, dat ze zich niet meer voort kunnen planten, dan hebn je 2 verschillende soorten. Dat is nu dus nog niet zo, maar op deze manier kunnen er dus wel met Micro-evolutie verschillende diersoorten ontstaan.
Ander voorbeelden waar dit al gebeurd is zijn dus bijvoorbeeld de beren en ijsberen, poolvossen en woestijnvossen, aziatische olifant en afrikaanse olifant, enzv.

In de afbeelding hierboven zie je ook al een klein beetje Macro-evolutie uitgelegd. Dit is dus evolutie zoals de meeste van jullie dat zullen herkennen. Ook de filmpjes van de vorige les lieten het op deze manier zien.
Macro-evolutie gaat uit van grotere verschillen dan die we bij micro-evolutie besproken hebben. Bij Macro-evolutie gaat het bijvoorbeeld over het ontstaat of wegvallen van achterpoten bij bepaalde diersoorten of dat op het land levende diersoorten in het water gaan leven (walvissen). Als je deze theorie gaat volgen zou al het leven uit 1 cel kunnen zijn ontstaan die zich door vermenigvuldiging en heel veel aanpassing heeft ontwikkelde tot al het leven zoals wij dat vandaag de dag kennen.
Het grootste verschil tussen deze twee manieren van evolutie heb je waarschijnlijk zelf al ontdekt. Micro-evolutie kunnen we (wetenschappelijk) bewijzen. We kunnen in de wereld zien dat twee hondenrassen steeds minder op elkaar gaan lijken. Zoek maar eens oude foto's van honden op, dan lijken ze veel meer op elkaar. Macro-evolutie is iets wat we niet kunnen zien gebeuren. Het gaat over grote ontwikkelingen waarvan sommige wetenschappers denken dat ze gebeurd zijn, maar waar geen mens ooit getuige van is geweest. Er bestaan dus ook geen foto's over (onderzoeks)verslagen waardoor wij kunnen zeggen dat dit echt gebeurd is. Het blijft dus een theorie.