Neus-maagsondes (Versie 4)(Vilans)
Neus-maagsondes zijn flexibele slangen, met aan de 'mondzijde' (of proximale einde) een aansluitingsmogelijkheid voor een toedieningssysteem, een spuit of een trechter. Aan de uitstroomzijde (of distale einde) bevinden zich één of meerdere uitstroomopeningen. Op de sonde is een aantal markeringen aangebracht die als oriëntatiepunt kunnen dienen bij het inbrengen. Gebruik bij voorkeur een neus-maagsonde met centimetermarkering.
Veel sondes hebben een voerdraad of een verzwaarde tip aan de uitstroomzijde om het inbrengen te vergemakkelijken.
Attentie:
De neus-maagsondes hebben meestal een radiopaquelijn, waardoor controle van de ligging door middel van röntgendoorlichting mogelijk is. De sonde kan voorzien zijn van een extra toedieningspoort voor het toedienen van medicatie. Een neus-maagsonde wordt afgesloten met een afsluitdopje.
Neus-maagsondes kunnen uit verschillend materiaal vervaardigd zijn.
De richtlijn Neusmaagsonde 2017 V&VN adviseert om PUR-sondes met een centimeteraanduiding te gebruiken. Voor kinderen onder 750 gram wordt altijd een PUR-sonde gebruikt.
Voordeel van een PUR-sonde ten opzichte van een siliconen sonde: de sonde krult minder snel op, plakt minder (bv. aan uitzuigkatheters) en er is minder interactie van het materiaal met medicatie.
Voordeel van een PUR-sonde ten opzichte van een PVC-sonde: het materiaal verhardt niet en daarom is er minder kans op perforatie. Er zitten geen weekmakers in die met gezondheidsklachten worden geassocieerd.
Naast het soort materiaal zijn verder de volgende aspecten van belang voor de keuze voor een bepaalde sonde: