In diesem Thema hast du viel über Urlaub, Ferien, Reisen und alles, was damit zu tun hat, gelernt.
Du kennst wichtige Wörter und Aussagen zu diesem Thema, weißt, wie du eine selbst erlebte Urlaubsreise beschreiben kannst, wie du eine Urlaubsreise planen und mit anderen darüber diskutieren kannst, hast verschiedene deutsche Urlaubsregionen kennen gelernt und darüber gesprochen.
Dein Wissen und Können wendest du jetzt an.
In diesem Projekt:
Viel Spaß und Erfolg!
Situation
Het is zomer. Je bent met je ouders op vakantie op een camping in Italië. Daar hebben jullie kennis gemaakt met een gezin uit Zwitserland, een gezin uit Duitsland en een gezin uit Italië.
Jullie spreken Duits met elkaar, dat is de enige taal die iedereen redelijk beheerst.
De kinderen zijn allemaal van jouw leeftijd en jullie kunnen het erg goed met elkaar vinden. Ook de ouders zijn bevriend geraakt. Jullie hebben al veel samen gedaan: uitstapjes, BBQ, zwemmen, sport, spelletjes...
Op één van de laatste avonden ontstaat het plan om in de kerstvakantie of voorjaarsvakantie samen op vakantie te gaan.
Nou hebben jullie (de kinderen) er niet zo veel vertrouwen in dat jullie ouders iets bedenken dat jullie echt leuk vinden. Daarom maken jullie zelf ook vakantieplannen en leggen die aan jullie ouders voor.
Lerntipps
In diesem Teil findest du verschiedene Sprachaufgaben, die sich am Europäischen Referenzrahmen (ERK) orientieren.
Je besser du diese Sprachaufgaben machen kannst, desto besser wirst du vergleichbare Situationen im wirklichen Leben meistern können.