Stap 3 Les 1

 

  • Je kunt de cursor verplaatsen en cellen selecteren.

  • Je kunt getallen en tekst invoeren.

 

 

 

Om snel een cel te selecteren kun je gebruik maken van de pijltjes toetsen.

  • Klik in een cel midden op het werkblad.
  • Gebruik je pijltjestoetsen om naar rechts, links, boven en beneden te gaan.
 

Maak ook gebruik van andere toetsen b.v.:

  • Enter: ga naar de volgende rij.
  • Tab: ga naar de volgende kolom.
  • Home: ga naar de eerste cel in de rij.
  • CTRL + Home: Ga naar cel A1.
 
  Ga het maar proberen.  

 

 

 

 

 

 

In een cel kun je verschillende gegevens invoeren.

  • Getallen (daarmee kun je gaan rekenen).
  • Teksten (voor namen of omschrijvingen).
  • Data.
Ga in Excel het voorbeeld met tekst en cijfers overtypen.