De geschriften van Augustinus zijn meer dan 1000 jaar toonaangevend geweest. Het is een tijd geweest waarin religie heel belangrijk was en waarin Europa na een aantal eeuwen van strijd en barbarij door de gekerstende volkeren werd opgebouwd. Steden kwamen op en universiteiten werden met goedkeuren van de paus gesticht. Het gaf de Katholieke Kerk veel macht. Aan het begin van de Reformatie bleek dat de Europese staten ook op het wereldtoneel erg machtig waren.
De Reformatie ontstond door een godsdienstig probleem. Luther wilde verandering (1517), maar de Katholieke Kerk ging daar niet in mee. Het leidde tot een splitsing en zelfs tot religieuze strijd. De 30-jarige oorlog (1618-1648) werd zelfs voor een belangrijk deel bepaald door de strijd tussen protestanten en katholieken. Dat was helemaal niet volgens de boodschap van Jezus Christus. Het zette steeds meer mensen aan het denken. Een van die mensen was Rene Descartes (1596-1650).
Hij ging dieper denken. Bestond God eigenlijk wel? Bestond hijzelf wel? Was alles niet een soort droom? Hij kwam tot de conclusie dat hij wel bestond. Hij kon toch immers onafhankelijk denken. Dat denken moet dan wel zijn geschapen. En zo kwam Descartes tot de conclusie dat God ook bestond.
En hoe zat het met de wetenschap? Had Galilei Galileo niet aangetoond dat de Katholieke Kerk onjuistheden zat te verkondigen? Descartes vond dat iedere redenering op voorhand moest worden betwijfeld. Hij vond dat de wiskunde een belangrijke plaats moest krijgen. Natuurkundige verschijnselen die in wiskundige termen kunnen worden beschreven konden los van God gezien worden. En zo sloten God en de wetenschap elkaar niet uit!
En zo kreeg de wetenschap een nieuwe impuls. Je moet de waarheid uitvinden met rationele testen. Dit is de hoeksteen van de Verlichting en later de Industriƫle Revolutie geworden.
Rene Descartes https://www.youtube.com/watch?v=qvYzmlc-BdI&list=PLi_srCikhtgh3In8GGRQqMpE7Kvof2o63&index=11