Jean Jacques Rousseau

Rousseau

Volgens Rousseau (1712-1778) werd de mens wel vrij geboren, maar leefde hij toch in ketenen. In de prehistorie waren mensen gelijk en gelukkig. Dit veranderde toen bepaalde mensen zich stukken land toe eigenden. Dat heeft zichzelf zo ontwikkeld dat er een kleine hoeveelheid rijken en een grote groep armen ontstond. De installatie van een regering heeft deze situatie versterkt. Deze regering moet niet bestaan door kracht, maar door vrije instemming van het volk. Daarmee zou de algemene wil van het volk uitgevoerd moeten worden. Iedereen wordt geacht om mee te werken en wie dat niet doet mag gedwongen worden. Het gevoel van het volk moest gelden als uitgangspunt van de algemene wil. Dat gold ook voor het geloof. Je voelde dat er een God was. De kerkelijke organisatie echter is hierbij een barriere.

Aan het einde van zijn leven had Rousseau een ontmoeting met de jonge Robespierre, een student die grote bewondering voor hem had. Ruim 10 jaar later zou de Franse Revolutie uitbreken. Een revolutie die vrijheid had moeten brengen, maar einidigde in onverdraagzaamheid en terreur. Voor Robespierre en de andere leiders van de Franse Revolutie was Rousseau de geestelijk vader. Het is maar zeer de vraag of Rousseau het zo bedoeld heeft.

Rousseau en Robespierre https://www.youtube.com/watch?v=M0dO6bluNG8&list=PLi_srCikhtgh3In8GGRQqMpE7Kvof2o63&index=14