Augustinus

Augustinus aan het schrijven

Het Romeinse Rijk heeft vele eeuwen bestaan. In de derde eeuw ging het steeds meer mis. Vanaf de 4e eeuw bleef het oostelijk deel van het Romeinse Rijk wel sterk met de hoofdstad Constantinopel. Het westelijke deel werd steeds zwakker en werd steeds meer onder voet gelopen door analfabete volkeren zoals de Vandalen, de Gothen, de Longobarden, de Hunnen, de Avaren en ga zo maar door. Sommigen zeiden dat het christendom zorgde voor een verzwakking van het Rijk, omdat de heidense goden niet meer aanbaden werden. Anderen dachten dat er toch niets aan te doen was. Dat was het noodlot.

Augustinus (354-430 na Christus) maakte de aanval van de Vandalen op zijn woonplaats Hippo mee. Hij zei dat we niet lijdzaam alle ellende moesten ondergaan. We moesten blijven vechten voor het goede, de stad van God. Het heeft het denken in de eeuwen erna bepaald. Het gaf de mensen troost in de moeilijke tijden. Vaak waren er hongersnoden, roofovervallen, ziektes, etc. Augustinus gaf ook een antwoord op de vraag waarom het kwaad zo aanwezig was, terwijl God goed was. Het heeft de plaats van de Kerk versterkt in een tijd die later Middeleeuwen werd genoemd. UIteindelijk is de Katholieke Kerk de enige grote organisatie is overeind is gebleven na de val van het West-Romeinse Rijk. Vooral de kloosters waren eilanden van rust in een onrustige, vaak agressieve omgeving.

Augustinus over het noodlot https://www.youtube.com/watch?v=vM_v7Jza1_M&list=PLi_srCikhtgh3In8GGRQqMpE7Kvof2o63&index=8