Stap 1 - Grammatik

Verleden tijd (ovt)

Herhaal de vervoeging van alle werkwoorden in de verleden tijd (ovt).
Voordat je de uitgangen achter de stam kunt plaatsen moet je eerst weten hoe de stam in de verleden tijd eruit ziet.
Doe daarna de oefening.

Zwakke werkwoorden - Onvoltooid verleden tijd

Sterke werkwoorden - Onvoltooid verleden tijd

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)

Herhaal de vervoeging van alle werkwoorden in de voltooid tegenwoordige tijd.
Doe daarna de oefening.

Haben, sein und werden - Voltooid tegenwoordige tijd

Zwakke werkwoorden - Voltooid tegenwoordige tijd

Sterke werkwoorden - Voltooid tegenwoordige tijd