Week 47

PLANNING WEEK 47

Les Onderwerp Huiswerk
1 H2: Woordenboek

 

NN-boek:
H2: opdr. 1 t/m 4, 6 (blz. 64-65)

NN-online:
H2 - Spelling in het woordenboek
Alle opdrachten

2 LEESLES!!!

 

3

H3: Meervouden op -en

NN-boek:
H3: opdr. 1 t/m 3, 5 (blz. 94-95)

NN-online:
H3 - Meervoud op -en
Alle opdrachten


LES 1
Het woordenboek gebruiken
Weet je niet hoe je een woord schrijft? Dan kun je de spelling opzoeken in een (online)woordenboek of in de Woordenlijst Nederlandse Taal, ook wel bekend als het Groene Boekje.
Je kunt het woordenboek onder andere gebruiken voor:

 

Afbeeldingsresultaat voor woordenboekWOORDENBOEKSPEL (15 min.)
Per tweetal krijgen jullie een woordenboek en een blad met een aantal opdrachten. Wie het snelste FOUTLOOS alle opdrachten kan uitvoeren en invullen op het blad, wint een klein prijsje.


LES 2


LES 3
Meervoud op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
– feest → feesten; uitnodiging → uitnodigingen; verjaardag → verjaardagen


Zo maak je een meervoud op -en
Zet -en achter het enkelvoud: taart → taarten; fooi → fooien; merk → merken
Soms moet je ook:
• de laatste letter verdubbelen: vlag → vlaggen; blik → blikken; bel → bellen
• een a, e, o of u weglaten: jaar → jaren; steen → stenen; boot → boten
• een -f veranderen in een -v-: schijf → schijven
• een -s veranderen in een -z-: muis → muizen

Zo maak je het meervoud van woorden op -ee en -ie

Zoek de juiste spelling zo nodig op in het woordenboek.