In les 3 gaan we het hebben over twee belangrijke termen die je vaak hoort op het nieuws na een aardbeving: Het epicentrum en De schaal van Richter.
Het epicentrum is de plek waar de schokken van de aardbevingen het meest gevoeld zijn. Dit punt wordt vaak bepaald door meerdere meetingen. Hoe verder je van het epicentrum zit, hoe minder hard de schokken zijn. Dat zegt niet altijd iets over de schade. Het kan zijn dat het epicentrum in een verlaten stuk land is, maar dat er verder weg in een stad veel schade ontstaat.
De tweede term is de schaal van Richter. De schaal van Richter is een cijfer tussen de 1 en 12. Hoe hoger het cijfer, hoe zwaarder de aardbeving. Met speciale meetapparatuur wordt de kracht gemeten.
In de afbeelding van Nepal hier onder zie je het epicentrum van de aardbeving in 2015. Het ligt tussen de hoofdstad Kathmandu en de stad Pokhara. Het middelste rode rondje geeft aan waar het epicentrum ligt. De circkels om het rondje heen geven aan waar de schokken ook voelbaar zijn geweest. Daarnaast zie je een aantal getallen, dat is de kracht van de aardbeving op de schaal van Richter. In Nepal waren er meerdere aardbevingen achter elkaar. De hoogste had een kracht van 7,8 op de schaal van Richter. Dat is een enorm zware aardbeving!

Heb je de bovenstaande uitleg gelezen? Dan ga je nu een aflevering kijken van Het Klokhuis over aardbevingen. Beantwoord tijdens het kijken de volgende vier vragen in je schrift. De antwoorden stuur je op naar de docent!
Kijkvragen
1. Hoe ontstaan aardbevingen?
2. Waar zullen aardbevingen vaak plaatsvinden?
3. Wat is er aan de hand met het stadion in San Francisco?
4. Hoe kun je aardbevingen meten?
Het Klokhuis: Aardbeving
Uitleg gelezen, het filmpje van Het Klokhuis bekeken en kijkvragen beantwoord? Ga dan nu naar 'Aan de slag met opdrachten!'