De eerste les van het hoofdstuk lucht hebben we in de klas behandeld.
Hier nog een kort overzicht wat we in die les hebben gedaan. Bekijk het allemaal nog een keer.
Waar bestaat lucht uit? https://www.youtube.com/watch?v=vNLUzh52xoU
De lucht om ons heen bestaat uit verschillende gassen. Het grootste gedeelte bestaat de lucht uit stikstof (N2). Met dit stikstof doet ons lichaam niks we ademenen het gewoon weer uit. Doordat er ongeveer 20 % zuurstof (O2) in de lucht zit, kunnen we blijven leven.
Ook zitten er nog andere bestandsdelen in de lucht, zoals koolstofdioxide (CO2), waterdamp en argon. De CO2 die in de lucht zit nemen de planten op en zetten dit weer om in zuurstof
Zuurstof wordt opgenomen in ons bloed en hebben we nodig om te leven. Zuurstof zorgt er ook voor dat er verbranding kan plaatsvinden.
Voor een verbranding zijn 3 factoren nodig (verbrandingsdriehoek):
1. Zuurstof
2. Brandstof
3. Ontbrandingstemperatuur
Als één van deze factoren ontbreekt dan zal er geen verbranding plaats vinden
Atmosfeer
De luchtlaag om ons heen vormt de atmosfeer. Zonder deze luchtlaag zal de temperatuur op aarde heel laag worden. Ook de UV-straling van de zon zal toenemen en dit is schadelijk voor je lichaam.
Atmosfeer en ozonlaag https://www.youtube.com/watch?v=XxQPgk47W6g
Vacuüm
Kom je buiten de atmosfeer, dan bevindt zich daar geen lucht meer. Zo'n luchtledige ruimte noem je een vacuüm. Denk maar aan een plastic verpakking die bijvoorbeeld om je pak kaas zit. Deze plastic verpakking zit 'geplakt' aan de kaas. Eigenlijk is de lucht er van tussen gehaald en drukt de luchtlaag van buiten op het plastic.
Hieronder staat het huiswerk die je maakt voor les 2. Je krijgt gelijk feedback dus dat is handig.