Mensen gaan op heel verschillende manieren om met heilige teksten. In de eucharistieviering wordt er voorgelezen uit de bijbel en dat gebeurt op een plechtige manier. Zo wordt er vaak wierook gebruikt in de richting van de lezenaar, waarmee de bijzondere status van het boek dat daar op ligt, wordt bevestigd. De celebrant eindigt het voorlezen van een stuk evangelie met "Woord van de Heer". In de eucharistieviering hebben bijbelteksten dus een verheven, heilig karakter.
In deze les gaan we ook respectvol om met heilige teksten, die voor veel mensen een bijzondere betekenis hebben als bron van troost en hoop, of het geloof waarvan die teksten spreken.
Maar onze interesse is hier meer historische en wetenschappelijk. Wij bestuderen de wordingsgeschiedenis van de tekst. Daarbij gaan we er van uit, dat het gaat om teksten die door mensen zijn opgeschreven. En dat dit gebeurde in een concrete historische setting.
In het boek De bijbel geeft te denken (Acco, Leuven, 1991, p. 16-22) past Roger Burggraeve het begrip "Transhistory" toe op drie niveaus van bijbellezen:
Onderscheid:
Maria Magdalena
Joh 12,3: "Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De Geur van de olie trok door het hele huis".
Geloofsvragen waartoe de tekst gericht is
...
De bijbel is een veelheid aan neergeschreven ervaringen die mensen met God hebben opgedaan.
MAAR niet alleen de mensen die het meemaakten hebben de verhalen opgeschreven.
Niet je eigen ideeën gaan projecteren in de tekst
Het verhaal wordt een spiegel waarin je je eigen bestaan herkent. Een verhaal dat ons bestaan raakt.
Misvattingen door verkeerde lezing
Tot op de dag van vandaag kan je nog altijd iets hebben aan de boodschap.
Nood aan wetenschappelijk graafwerk i.v.m. toenmalige cultuur in ruime zin
Lc 7; 37-38: "Een vrouw die in de stad bekend stond als zondares had gehoord dat hij bij de farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie. Ze ging achter Jezus staan, aan het voeteinde van het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met olie".
De Babylonische Ballingschap (587-537 vr Christus)
Ze hadden alles verloren
De geloofsvragen van mensen aan wie de tekst gericht was:
Hervertellen van de bestaande verhalen
Verder Vertellen
Boodschap van de tekst voor de Joden van die tijd
Opdracht
Het polytheïsme wordt ontkracht en het geloof in de en God die schepper van alles is wordt sterk beklemtoont.
De mens staat centraal in de schepping want hij wordt door God verantwoordelijk gesteld voor de schepping. Dit staat in schril contrast tot het (nood)lot-denken van de Babylonische godsdiensten.
Ze hadden twee keuze in Babylonië:
ASSIMILATIE OF ISOLATIE
HISTORY - De historische wetenschappelijke achtergrond
Begrijpend lezen
Trans-historisch = Voorbij objectieve kennis, eerder een subjectieve wijsheid
Sabbat wordt sterk in de verf gezet. De zevende dag!
Lc 8,2: "En ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen waren uitgedreven"
De os en de ezel
Interpretatie - Waarom?
1. Duid aan waar je het werkwoord (of vervoegingen van het werkwoord) ‘
scheppen’ terugvindt in de tekst van het scheppingsgedicht. Op hoeveel plaatsen & waar?
2. Duid aan waar je vindt: ‘God zei’ ‘zei God’ of ‘God sprak’ (niet: Hij zei of zei Hij) Hoeveel keer? Op welke dag niet?
3. Onderstreep overal waar je ziet staan: ‘En God zag dat het …goed was’
Hoeveel keer in totaal? En op welke dag zegt hij het niet? En op welke dag meerdere keren?
+ het werd avond en het werd ochtend, dat was de ….dag
Wat zegt de structuur over de auteurs
Historische context ontstaan van de tekst
Historische context van de tekst zelf
Gedicht is eigenlijk één groot pleidooi tegen de Babylonische godsdienst(en) en hun cultuur.
Wat is de algemene structuur van de tekst & wat zegt dat over de auteurs.