Beste leerlingen,
Vandaag gaan jullie aan de slag met enkelvoud en meervoud. Lees onderstaande uitleg aandachtig door, maak daarna de opdrachten en kijk deze vervolgens na!
Lesdoelen:
Aan het eind van deze les ...:
Theorie
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
boek ⇒ boeken, weg ⇒ wegen, das ⇒ dassen, kloof ⇒ kloven.
Bij veel woorden krijg je de meervoudsvorm door er simpelweg -en achter het woord te plakken:
boer ⇒ boeren, dans ⇒ dansen, lot ⇒ loten
Maar niet bij alle woorden kan je dat doen:
Veel woorden hebben een meervoud op -en, maar er zijn ook veel woorden die een meervoud kennen op -s. In veel van die gevallen kun je de -s er gewoon achter plakken, zoals bij: tafel ⇒ tafels, actie ⇒ acties, meisje ⇒ meisjes, sleutel ⇒ sleutels, computer ⇒ computers etc.
In sommige gevallen moet je voor de -s een apostrof ' noteren. Dit doe je wanneer het de uitspraak zou beïnvloeden als je de -s eraan vast zou plakken, bijvoorbeeld:
auto ⇒ auto's
agenda ⇒ agenda's
accu ⇒ accu's
mini ⇒ mini's
Als je achter deze woorden geen apostrof zou plaatsen, zou het woord niet meer kloppen.
Je doet ook een apostrof bij de meervoudsvorm van afkortingen, zoals:
BMW ⇒ BMW's
wc ⇒ wc's
toa ⇒ toa's
Er zijn ook woorden met een afwijkende meervoudsvorm, voorbeelden hiervan zijn:
museum ⇒ musea
podium ⇒ podia
centrum ⇒ centra
Deze woorden eindigen, zoals je ziet, allemaal op -um in het enkelvoud.
politicus ⇒ politici
catalogus ⇒ catalogi
musicus ⇒ musici
Deze woorden eindigen, zoals je ziet, allemaal op -us in het enkelvoud.
Opdracht 1
Schrijf van onderstaande woorden de meervoudsvorm op.
1. tas
2. buis
3. draad
4. laars
5. gat
6. paleis
7. duif
8. prijs
Opdracht 2
Schrijf van onderstaande woorden de enkelvoudsvorm op.
1. ramen
2. rozen
3. poten
4. druiven
5. paden
6. straten
7. hoezen
8. borden
Opdracht 3
Maak onderstaande opdracht.
Opdracht 4
Schrijf de meervoudsvorm op van de volgende woorden.
1. familie
2. paraplu
3. beker
4. aspirine
5. hobo
6. pizza
7. toffee
8. shampoo
9. kaketoe
10. correctie
Opdracht 5
Maak onderstaande opdracht.
De antwoorden van opdracht 1, 2 en 4 vind je hieronder.