Les 1

Beste leerlingen,

In deze les ga je aan de slag met het voltooid deelwoord. Lees onderstaande uitleg zorgvuldig door en maak vervolgens de opdrachten.

 

Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

 

Theorie
Werkwoorden kunnen in de voltooide tijd staan, deze werkwoorden noem je voltooid deelwoorden. Als je met een voltooid deelwoord te maken hebt, dan is iets al voltooid. Het is al gebeurd.

Er zijn drie hulpzinnetjes die je kunt gebruiken om een voltooid deelwoord te vinden:

Het voltooid deelwoord staat namelijk altijd in combinatie met een hulpwerkwoord  (hebben, zijn en worden).


Voltooid deelwoorden beginnen bijna altijd met: ge-, be- of ver-


Spelling van voltooid deelwoorden
Veel voltooid deelwoorden eindigen op een -t of een -d. Je kunt het woord dan langer maken om te horen wat de laatste letter is of je kijkt of de laatste letter van de stam in 't exkofschip staat. Van beide manieren staat hieronder een voorbeeld gegeven:

trainen ⇒ ik heb getrain...trainde, dus getraind met een -d

trainen ⇒ ik heb getrain...(ik) train is de stam, de -n staat niet in 't kofschip, dus getraind met een -d

 

Sommige werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat eindigt op -en. Je schrijft de woorden zoals je ze zegt:

(ik ben) gevallen; (zij heeft) gegeten; (hij werd) gekozen;

 

Kijk het filmpje dat hieronder staat.

 

Opdracht 1
Maak onderstaande opdracht. Heb je hem voldaan, maak dan een screenshot daarvan.

 

Opdracht 2
Schrijf van onderstaande het voltooid deelwoord in je schrift. Eindigt het voltooid deelwoord op en -t of -d? Maak de woorden dan langer of kijk naar 't exkofschip om erachter te komen of je een -t of een -d schrijft!

1. doen

2. aanvallen

3. beantwoorden

4. blaffen

5. gebeuren

6. inslikken

7. zwaaien

8. knipogen

9. herhalen

10. brengen

11. vechten

12. winnen

 

Welke drie voltooid deelwoorden uit bovenstaand rijtje beginnen niet met ge-, be- of ver-?

 

Opdracht 3
Klik op onderstaande link, lees de uitleg en maak alle oefeningen. 

https://www.berktekst.nl/voorbeeld-pagina/voltooid-deelwoord/

 

 

 

antwoorden opdracht 2