Les 1

Beste leerlingen,

Vorige week hebben jullie geleerd wat een afleiding is en welke voorvoegsels er allemaal zijn. Vandaag gaan jullie aan de slag met achtervoegsels.  


Lesdoelen:

Aan het eind van deze les ...:

 

Theorie

Vorige les hebben we het gehad over voorvoegsels. Zit zijn kleine woorden die voor een grondwoord komen. Deze woordjes kunnen niet los gebruikt worden. Bij een achtervoegsel werkt het eigenlijk precies hetzelfde alleen staat het woordje niet voor, maar juist achterhet grondwoord. Je kunt de betekenis van een woord met een achtervoegsel vaak zelf raden, bijvoorbeeld in de zin:

Mijn buurman is een echte Drentenaar.

In Drentenaar herken je vast het woord Drenthe en het achtervoegsel -naar. Een Drentenaar is dus iemand die uit Drenthe komt.

Veel voorkomende achtervoegsels zie je in onderstaand schema.

achtervoegsels

voorbeeld

-achtig

meisjesachtig

-baar

bruikbaar

-theek

bibliotheek

-heid

verliefdheid

-ief

subjectief

-ig

gelukkig

-vol

begripvol

-(i)teit

puberteit

-kundig

vakkundig

-(e)lijk

gevaarlijk

-rijk

dierenrijk

-vaardig

slagvaardig

-wekkend

angstwekkend

-zaam

behulpzaam

-loos

zinloos

-ing

regering

- aard

luiaard

 

 

Opdracht 1
Hieronder zie je een schema staan met in de eerste kolom achtervoegsels. In de tweede kolom staan de grondwoorden. Zoek de juiste combinaties van de achtervoegsels en grondwoorden bij elkaar en schrijf de afleiding op. Vervolgens maak je er een zinnetje mee.

Schrijf het als volgt op in je schrift: loos + nut = nutteloos → Ik voel mij nutteloos.

grondwoord

achtervoegsel

afleiding

zin

strijd

-vol

   

disco

-baar

   

respect

-vaardig

   

lach

-loos

   

kind

-zaam

   

boos

-wekkend

   

lang

-heid

   

nut

-theek

nutteloos

Ik voel me erg nutteloos.

dank

-ig

   

product

-achtig

   

verdriet

-ief

   

 

 

Opdracht 2
Schrijf in je schrift bij elke woordgroep welke afleiding erbij hoort.

Voor/ achtervoegsel

grondwoord

afleiding

niet

sociaal

 

tegen

Rusland

 

vroegere

president

 

niet

mogelijk

 

tussen

regio’s

 

geen

fictie

 

met veel

begrip

 

geen

nut

 

persoon uit

Hilversum

 

 

 

De antwoorden van opdracht 1 en 2 vind je hieronder. 

antwoorden opdracht 1

antwoorden opdracht 2