Hier behandelen we de volgende leerdoelen:
In je lichaam zitten allemaal verschillende stelstel. Hiervoor hebben we het alleen over het bloedvatenstelsel gehad wanneer het over transport ging. Andere transport systemen in het lichaam zijn het zenuwstelsel (weet je nog, impulsen worden over de zenuwen vervoert naar spieren of de hersenen en weer terug?) en het lymfevatenstelsel. Dit lymfevatenstelsel heeft twee functies:
Kijken we naar dit plaatje dan is hier een aantal zaken belangrijk in. Vanuit de bloedvaten zie je pijltje lopen. De pijlen die uit de bloedvaten komen geven vloeistof aan die rijk is aan voedingsstoffen en zuurstof. Deze vloeistof komt buiten de bloedbaan en wordt dan weefselvloeistof genoemd. Deze weefselvloeistof zit tussen alle cellen en zorgt er op die manier voor dat de cellen de stoffen krijgen die ze nodig hebben. Andersom geven de cellen afvalstoffen af aan het weefselvloeistof. Deze afvalstoffen gaan, zoals aangegeven bij de pijltjes die de bloedbaan in wijzen, het bloed in en worden afgevoerd naar organen die voor uitscheiding zorgen. Alle stoffen die niet door het bloed worden opgenoemen komen in de lymfevaten terecht. Die voert deze stoffen af.
In het lichaam zitten ook lymfeknopen. Deze lymfeknopen zuiveren de lymfe van ziekteverwekkers. Hier worden de witte bloedcellen die antistoffen maken ook gemaakt zoals je al eerder geleerd hebt.
Weefselvloeistof en lymfe https://www.youtube.com/watch?v=YeB6oA0Fed4&list=PLr1tx9agautFMDfmqsNsRTm-d7XLrz27T&index=5