De bloedvaten

Hier behandelen we de volgende leerdoelen:


 

BRON: mijnbiologie.nl

Niet ieder bloedvat in het lichaam is hetzelfde. Dat is zo, omdat ieder bloedvat weer een andere functie heeft.

Bloedvaten die van het hart naar de organen lopen noemen we slagaders. Door alle slagaders loopt zuurstofrijk bloed, op één na: De longslagader. Het bloed dat hier doorheen loopt moet nog nieuw zuurstof opnemen uit de longen. De slagaderen zijn erg dik gespierd en bestaan uit meerdere lagen. Wanneer je in je hals je hartslag probeert te voelen, voel je ook aan een slagader. Dit is je halsslagader. Zo zijn er allemaal slagaders te benoemen en iedere slagader zegt eigenlijk: Ik vervoer zuurstof naar dit orgaan. Een voorbeeld is de leverslagader. Deze vervoert zuurstofrijk bloed naar de lever toe.

Slagaders kunnen door de hoge druk die op het bloed staat, lastig zuurstof afgeven aan een orgaan. Daarom stroomt het bloed vanuit een slagader altijd naar een haarvat toe. De haarvaten zijn klein en dun (zo dun als een haar). Het bloed stroom hier rustiger doorheen en er kan makkelijk een stof (koolstofdioxide en water) vanuit de aanliggende cel het bloed in of een stof (zuurstof en glucose) vanuit het bloed de cel in. Zo is er uitwisseling van stoffen.

Aders zijn de vaten die het bloed van de haarvaten weer terug vervoeren naar het hart toe. Een ader is goed te herkennen, want deze heeft net als het hart kleppen. Deze kleppen voorkomen dat het bloed de verkeerde kant op kan stromen. Aderen zijn weer dikker dan haarvaten, maar dunner dan slagaders.

Bron: BVJ

Er is één ader die echt anders is dan alle andere aders in je lichaam. Dit is de Poortader. De Poortader vervoert glucose dat door de darmen opgenomen is naar de lever toe. Het bloed dat hier doorheen stroomt heeft dus veel glucose in zich zitten en is zuurstofarm. 

Wanneer je net gegeten hebt zorgt de lever er voor dat je niet teveel suikers in je bloed hebt zitten. De lever zet je glucose om in glycogeen wat weer in de lever opgeslagen kan worden. Zo komt er niet teveel suiker in de rest van je lichaam terecht. 

Wanneer je een tijdje niet gegeten hebt zal de lever de glycogeen weer om gaan zetten in glucose. Deze glucose komt dan weer in je bloed terecht zodat je wel een goede constante hoeveel glucose in je bloed hebt zitten. Alles werkt dus enorm samen met elkaar!

 

De bloedvaten https://www.youtube.com/watch?v=_U-gwvuqhGw&list=PLr1tx9agautFMDfmqsNsRTm-d7XLrz27T&index=3