Om te weten hoe succesvolle samenwerking tot stand komt, is het alvorens belangrijk de definitie van samenwerken vast te stellen, vanuit deze definitie wordt nader ingegaan op de succesvolle factoren voor samenwerken waarna tot slot een koppeling wordt gemaakt naar een cultuur waarin docenten van en met elkaar leren.
Sennett (2012) beschrijft; ‘Cooperation is working with others to do things that you cannot do by yourself’. De meerwaarde van samenwerken ligt gelegen in samen doen en samen doelen bereiken, die alleen minder goed lukken. Binnen het onderwijs werken docenten samen met een diversiteit aan partners (andere docenten, hulpverleners, ouders en mensen in de wijk, etc.) en in een diversiteit aan vormen (in teams, in vaste structuren, in losse contacten, in formele of in informele relaties) (Korrel, 2003).
In navolging van Sennett (2012) wordt in dit onderzoek samenwerking gezien als een manier van samenwerken van een loopbaanadviseur met entree- en niveau 2- docent die gezamenlijk doelen bereiken in het succesvol doorstromen van entreestudenten naar een niveau 2- opleiding.
Samenwerken (al dan niet in een team) kan leiden tot oplossingen of kan een brenger zijn van problemen door weerstand en frustraties (Brown, 2012). Frustraties in de samenwerking ontstaan daar waar men ervaart dat de autonomie afneemt en de regelruimte regelzucht wordt (Vroemen, 2013). Vele factoren zijn van invloed op samenwerken. In dit onderzoek is gekozen voor het model van Vroemen (2013) omdat deze wordt uitgedragen binnen Stichting LeerKracht (z.d.), een professionaliseringstraject waarin het Alfa- college op dit moment uitvoering aan geeft.
In Figuur 2 is het model van Vroemen (2013) te zien welke is opgebouwd uit factoren (motiverende doelen, initiatief toen, flexibel aanpassen, respect voor verschillende, openen communicatie, gedeelde verantwoordelijkheid) die samen de mate van samenwerking bepalen. Opvallend aan dit model is dat alle factoren met elkaar in verbinding staan. Dit geeft de onderlinge afhankelijkheid weer van de verschillende factoren. Indien een factor afwezig is of minder ontwikkeld, komt er als het ware een slag in het wiel en is een team uit balans (Vroemen, 2013). Alle aanwezige factoren zijn geen garantie voor een succesvolle samenwerking, het is hiermee geen blauwdruk voor samenwerking, maar kan samenwerking dichterbij brengen. Een uitwerking van de factoren in het karrenwiel is te vinden in het document hieronder aan de pagina.
Figuur 2. Het Karrenwiel- Zes succesfactoren voor teamwerk. Overgenomen uit Het Karrenwiel- de zes succesfactoren voor teamwerk van Vroemen, M., 2013 (https://www.teamchange.nl/teamwiel-succesfactoren-voor-teamwerk/).
Het model geeft ruimte aan iedere docent die wil samenwerken (of deze wil verbeteren). Hargreaves en O’Conner (2018) daarentegen stellen dat samenwerking niet meer een kwestie is van willen: zonder samenwerking is het niet mogelijk om vernieuwing en verbetering van het onderwijs voor elkaar te krijgen. Samenwerken komt dus uiteindelijk ten goede aan zowel studenten als docenten.
Als samenwerking zo belangrijk is hoe wordt dit dan vormgegeven? De vraag is hoe en hoe goed entree- en niveau 2- docenten, een school en andere betrokkenen samenwerken, waar de samenwerking op is gericht en hoe deze vorm krijgt in de praktijk. Niet alle vormen van samenwerken zijn even effectief of wenselijk, dit hangt af van de teamleden die ermee werken of van de opdracht die zij uitvoeren (Hargraeves & O’Conner, 2018).