Theoretische verantwoording
Hargreaves en Fullan (2012) stellen dat het in een PLG gaat om gezamenlijke verbeteringen en beslissingen nemen die zijn gebaseerd op onderzoek. Het doel van een PLG is tweeledig (Toly, Schenke & Brouwer, 2018; Lieskamp, 2015). Enerzijds, gaat het binnen een PLG om het gezamenlijk verbeteren van het leren van de studenten. Anderzijds, staat de ontwikkeling en professionalisering van de deelnemers in de PLG centraal: van samen lerende docenten leren studenten immers het meest (Hattie, 2014).
Het werken in een PLG vraagt een andere manier van werken van docenten. Biesta (2015) beschrijft het als professionaliteit van docenten die zich vertaald in het handelen en houding van docenten. Vanuit dit perspectief is volgens Keulen, Voogt, Wessum, Cornelissen en Schelfhout (2015) een PLG dan ook een krachtige context voor het leren van docenten, omdat de eigen praktijk centraal staat en met en van elkaar kan worden geleerd.
Prototype
Deze fase draait om het uitwerken van de gekozen oplossing uit de vorige fase. Dat betekent dat er snel maar doelgericht een basisversie van de oplossing moet worden ontwikkeld (ruw ontwerp), waarna het ‘prototype’ getest kan worden.
In Figuur 14 het ruwe ontwerp dat is vormgegeven vanuit de ontwerpprincipes en de theoretische verantwoording.
Figuur 14. Eigen ontwerp flyer Professionele LeerGemeenschap.
Ontwikkelgroep
De ontwikkelgroep bestaat uit 2 docenten vanuit het entreeteam, 1 loopbaanadviseur, 1 manager en 4 docenten vanuit niveau 2- opleidingen (handel, administratie, zorg en welzijn en transport & logistiek). Dit zijn de personen die zich in de knelpunten herkennen, gemotiveerd zijn en het belang zien van een onderwijsverbetering. Het is een gemêleerdere groep van mannen en vrouwen, de leeftijd ligt tussen de 27 en 50 jaar en de meeste werken tussen de 3 en 10 jaar in het onderwijs.
Randvoorwaarden
Een PLG kan succesvol zijn als er doelen worden gesteld en dat resultaten worden gedeeld. De wens is per 10 weken een PLG- bijeenkomst gedurende één jaar, om alle resultaten vanuit het onderzoek uit te werken.Bij voorkeur geen wisselingen in PLG- leden, wisselingen kunnen leiden tot een verminderde betrokkenheid met het risico dat docenten afhaken, waardoor de doelen en de uitvoering ervan verwateren. Uit het onderzoek komt naar voren dat docenten een plan en middelen nodig zijn als het gaat om veranderingen (Knoster, 1991). Duidelijkheid over de PLG is noodzakelijk en faciliteren in tijd draagt bij aan het vergroten van de professionele ruimte van docenten.