Voor het beheer van grote verzamelingen gestructureerde gegevens worden aparte systemen gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan de gegevens van financiële instellingen, van scholen, van de NS of van bibliotheken. Zo'n verzameling gestructureerde gegevens noemen we een database. Op een database kunnen bewerkingen worden uitgevoerd zoals het toevoegen, veranderen of verwijderen van gegevens, maar vooral het raadplegen van gegevens. Het programma dat deze bewerkingen uitvoert, wordt een database management system (DBMS) genoemd. Als we spreken over een database system dan bedoelen we het programma (een database management system) en de gegevens (een database).
In 1970 kwam de wiskundige E.F.Codd met een destijds radicaal nieuw idee voor de opslag van data: het relationele model. In dit model bestaat een database uit één of meerdere tabellen, die vervolgens weer opgebouwd zijn uit rijen en kolommen. De term relationeel komt voort uit het feit dat er een relatie kan worden gelegd tussen de gegevens in de verschillende kolommen in de gebruikte tabellen.Een database management system (DBMS) dat is gebaseerd op het model van E.F.Codd noemen we een relationeel database management system (RDBMS). We lichten het relationele model toe aan de hand van een concreet voorbeeld.