★ Aan de slag 2

Bekijk de tabel en beantwoord de volgende vragen:

 

  1. Hoeveel veldnamen kom je tegen in deze tabel?
  2. "Vertaal" de derde rij in de tabel naar een gewone Nederlandse zin.
  3. Op welke veldnaam is de tabel gesorteerd?
  4. Uit hoeveel records bestaat de tabel?
    Hoeveel velden heeft ieder record?
  5. Er is één kolom waar ieder gegeven maximaal één keer kan voorkomen.
    Welke kolom is dat?
  6. Waarom krijgt iedere leerling een administratienummer?