Augmented reality
In tegenstelling tot virtual reality zie je bij augmented reality de omgeving wel om je heen, maar verschijnen daarop projecties. Elementen worden toegevoegd aan de zichtbare wereld (augmentend = toegevoegd). Het creëert een “verbeterde werkelijkheid”.
Augmented reality bestaat al sinds de jaren vijftig en wordt sinds de jaren negentig gebruikt in gevechtsvliegtuigen. Een piloot kan dan via een speciale display gelijktijdig uit het raam kijken én belangrijke data uitlezen. Zoiets komt ook van pas in de auto, waar het vaak een Heads Up Display (HUD) wordt genoemd.
Er zijn verschillende apps voor smartphone en tablet die gebruik maken van augmented reality. De app gebruikt de camera om een beeld van de echte wereld te laten zien en daar een laag informatie aan toe te voegen.
Een voorbeeld is de IKEA AR app, die laat zien of een meubel in het interieur past zonder dat je onmiddellijk met meubels hoeft te verschuiven.
Fans van LEGO kunnen met LEGO AR-Studio aan de slag. Deze app laat je virtuele en echte bouwsels mixen tot een eigen LEGO-film. Lego AR Studio gebruikt het ARKit-framework van Apple.
In 2016 was Pokémon Go een echte rage. De game was oorspronkelijk als role-playing game voor de Game Boy (Nintendo). Met de nieuwe versie kun je met een smartphone Pokemons als Pikachu, Snorlax en Squirtle opsporen. Deze game is gebaseerd op augmented reality. Op de smartphone zag je een gemixt beeld van de werkelijkheid (via de camera van de lens) en een virtuele Pokémon.