★ Aan de slag 13

  1. Geef een aantal voorbeelden van analoge vormen.
  2. Geef aan wat de overeenkomst is tussen de vorm en het origineel.
  3. Wat gebeurt er bij een digitale camera met het originele beeld?
    1. Het beeld wordt omgezet in een analoog signaal.
    2. Het beeld wordt omgezet in een groot aantal discrete pixels.
    3. Het beeld wordt weergegeven met een groter aantal kleuren.
    4. Het beeld wordt direct naar een display gestuurd zonder enige omzetting.
  4. Waarom heeft het geen zin om meer pixels te gebruiken op een beeldscherm dan je oog kan waarnemen?
    1. Omdat het beeld dan wazig wordt.
    2. Omdat de computer de extra pixels niet kan verwerken.
    3. Omdat het geen extra details toevoegt die het oog kan waarnemen.
    4. Omdat de kleuren onnauwkeurig worden weergegeven.