We hebben hiervoor gezien dat informatie een combinatie is van vormen en een manier om die vormen betekenis te geven.
Als de nadruk ligt op de vormen spreken we over data.
Als de betekenis van belang is, spreken we over informatie.
Communicatietechnologie is gericht op het transporteren van vormen: datatransport.
Hierbij moet de ontvanger de vorm ontvangen zoals de afzender deze verstuurd heeft, zonder vervorming.
Bij dit transport speelt de betekenis van deze vormen geen enkele rol. (Bij de PTT (nu: PostNL) gebruikte men vroeger de leus: wij hebben geen boodschap aan de boodschap.)
Ook bij het reproduceren van vormen speelt de betekenis geen rol.
Een kopieermachine reproduceert zo getrouw mogelijk de vlekjes op het papier, maar de betekenis van die vlekjes is voor het kopieerproces niet van belang.
Bij het opslaan en terugzoeken van informatie gaat het alleen om de vorm: dataopslag en databases.
Bij een database gebruik je een deel van de vorm om een meer complete vorm terug te vinden.
Vergelijk ook het opzoeken van de betekenis van een woord in een woordenboek: je zoekt aan de hand van de vorm van het woord naar een uitgebreidere vorm die de betekenis beschrijft.
Het woordenboek bevat alleen vormen (letters/woorden/zinnen), je moet hier zelf betekenis aan geven.