HTML (Hyper Text Markup Language) is de taal voor het beschrijven van webpagina's, als HTML-documenten. Met een webbrowser kun je deze HTML-documenten bekijken.
De structuur van een HTML-document geef je weer met behulp van speciale symbolen: tags.
Deze tags komen meestal in (haakjes)paren: de inhoud van het element staat tussen deze haken.
Een tag heeft de vorm <tagname> (voor een openingshaak) of </tagname> (voor de bijbehorende sluithaak).
Voorbeelden: <html>...</html>, <p>...</p>, <div>... </div>
Voorbeeld van een eenvoudig HTML-document:
<!doctype html>
<html>
<head>
<title>Welcome</title>
</head>
<body>
<h1>Welkom op mijn website</h1>
<p>Dit is mijn eerste website</p>
<p>Hier moet nog meer tekst komen</p>
</body>
</html>
Door middel van inspringen geven we de structuur van het document weer (“horizontale boomstructuur”).
We kunnen deze structuur ook tekenen als een “normale” boom:
CSS
De structuur van een HTML-document is van belang bij het vormgeven hiervan in de browser. Als je de opmaak van een knoop verandert, bijvoorbeeld de kleur of het lettertype, verandert de opmaak van de hele bijbehorende subboom. Anders gezegd: de kindknopen in de boom erven de opmaak van de ouderknoop. Dit is het “cascading” aspect van “cascading style sheets” (Wikipedia: CSS).
JavaScript
In JavaScript in de browser gebruik je de DOM: Document Object Model. Dit is een boomstructuur die afgeleid is van het oorspronkelijke HTML-document. Je voert in JavaScript operaties uit op deze boomstructuur, in plaats van op het HTML-document. De browser geeft steeds de actuele inhoud van de DOM weer.