★ Aan de slag 5

1. Wat betekent het proces van representeren in de context van informatica?

  1. Het kiezen van een geschikte manier om data te structureren.
  2. Het bepalen van een vorm om een bepaalde betekenis te overbrengen.
  3. Het installeren van software om gegevens te analyseren.
  4. Het testen van een programma op eventuele fouten.

 

2. Wat houdt het interpreteren van informatie in binnen de informatica?

  1. Het vertalen van gecodeerde gegevens naar bruikbare informatie.
  2. Het schrijven van code in een efficiënte programmeertaal.
  3. Het debuggen van software om problemen te vinden en op te lossen.
  4. Het ontwerpen van een interface voor gebruikersinteractie.

 

3. Wat wordt bedoeld met de term "vorm" in de context van informatieverwerking?

  1. De fysieke drager van informatie, zoals papier en inkt of trillende lucht.
  2. De uiterlijke verschijning van informatie, zoals kleuren, geluiden en gebaren.
  3. De fundamentele concepten van informatica en technologie.
  4. De hardware en software die gebruikt worden in informatie- en communicatietechnologie.

 

4. Waarom is het belangrijk om vorm en betekenis te onderscheiden bij het werken met computers?

  1. Omdat computers alleen met vormen werken en geen betekenis kunnen toekennen.
  2. Omdat computers zowel vormen als betekenissen kunnen onderscheiden.
  3. Omdat menselijke interpretatie nodig is om hardware te laten functioneren.  
  4. Omdat fysieke dragers niet relevant zijn voor digitale informatieverwerking.