Digitale communicatie over een analoog medium
In principe is elk communicatiemedium universeel, dat wil zeggen dat je er alle soorten informatie over kunt transporteren.
Je kunt dit op een praktische manier realiseren door digitale communicatie over het betreffende medium mogelijk te maken.
Hiervoor moet een digitaal signaal omgevormd worden in een signaal dat efficiƫnt door het betreffende medium getransporteerd wordt.
Meestal is daarbij sprake van een of andere vorm van modulatie: het digitale signaal wordt in golfvormen omgezet.
Aan de andere kant van het kanaal moet dan demodulatie plaatsvinden.
Een apparaat dat deze modulatie- en demodulatiefuncties combineert heet een modem.
Deze combinatie is nodig om communicatie in twee richtingen mogelijk te maken.
Een eenvoudige vorm van modulatie is FSK: frequency shift keying, waarbij gewoonlijk twee verschillende frequenties gebruikt worden: een "0" wordt dan voorgesteld door een golf met de ene frequentie, en een "1" door een golf met de andere frequentie.
Je hebt daarnaast nog een manier nodig om de duur van een bit ("1" of "0") te bepalen.
De klokken hiervoor moeten bij de zender en de voldoende gelijk lopen.
Als wij spreken doen we iets vergelijkbaars als een modem.
We coderen de verschillende letters, of preciezer gezegd, fonemen, in verschillende soorten geluidsgolven.
Soms is daarbij sprake van verschillende klanken (combinaties van frequenties), zoals bij de klinkers, soms van overgangsgeluiden zoals bij de medeklinkers.
Ruisklanken als de s en de z nemen een tussenpositie in.
Ook de toonhoogte, in het bijzonder de veranderingen daarin, draagt betekenis.
Onze mond fungeert in dit proces als de modulator en ons oor als de demodulator.