Een eenvoudige manier om te controleren of een kleine rij bits mogelijk een transmissie fout bevat, is het toevoegen van een extra bit, een zogenaamd pariteitsbit, in het Engels paritybit.
Het pariteitsbit wordt zo gekozen dat het aantal enen in een woord afhankelijk van de afspraak even (even pariteit) of oneven (oneven pariteit) wordt.
Wanneer een pariteitsbit aan een ASCII-code wordt toegevoegd dan betreft het paritietsbit meestal het most-significant bit (MSB), dat meestal links geschreven wordt. |
Bij bijvoorbeeld de 7 databits 1110101 wordt er bij gebruik van een even pariteit een 1 toegevoegd: 11110101, terwijl aan 1110001 een 0 wordt toegevoegd: 01110001.
Dit wordt traditioneel gebruikt om fouten bij de transmissie van 7-bits ASCII-tekens te detecteren.
Het idee van de pariteit, namelijk dat de "som" (checksum) van een aantal waarden aan een speciale eis moet voldoen, kun je ook op een rij getallen loslaten, bijvoorbeeld 16-bits getallen die samengesteld zijn uit twee opeenvolgende (8-bits) bytes. Er zijn verschillende manieren om een dergelijke som te bepalen. Hierbij is er sprake van een uitruil tussen rekentijd en het aantal fouten dat gedetecteerd wordt: een "som" die meer fouten detecteert, kost meer rekentijd. |