Een TCP-pakket (segment) bevat onder meer de volgende onderdelen:
poortnummer voor de afzender en poortnummer voor de bestemming als identificatie van de toepassing op de betreffende computers;
een checksum om te kunnen controleren of het pakket zonder bitfouten overgestuurd is (controle van header en data);
sequence number (segmentnummer);
velden voor acknowlegement (ontvangstbevestiging). Bij de ontvangstbevestiging geeft de ontvanger aan wat het nummer is van het eerstvolgende byte dat nog niet ontvangen is (acknowledgement number).