Theorie (basis)

LEES ONDERSTAANDE THEORIE GOED DOOR!

MAAK DAARNA MISSIE 1

 

Bij de persoonvorm verleden tijd maken we onderscheid tussen twee soorten werkwoorden:

 

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank. Kijk maar naar onderstaande voorbeelden.

Beginnen → begonnen

Denken → dachten

Genieten → genoten

Krijgen → kregen

Nemen → namen

Rijden → reden

Schieten → schoten

 

Om zwakke werkwoorden in de verleden tijd te zetten, gebruiken we een ezelsbruggetje: SeXy KeTCHuPFeeST.

Hoe gebruik je dit ezelsbruggetje?

  1. Zoek de stam van het werkwoord. Deze vind je door -en van het hele werkwoord af te halen
  2. Kijk of de laatste letter van de stam in sexy ketchupfeest zit.
  3. Kijk of de zin in enkelvoud of meervoud staat. Dan weet je namelijk of er een -n achter moet.

 

Voorbeeld:

Hij ________ (bestellen) een gin tonic aan de bar.

Bestellen - en = bestel

De L staat NIET in sexy ketchupfeest

Hij is enkelvoud

Dus: Hij bestelde een gin tonic aan de bar.

 

LET OP!

De stam en de ik-vorm van een werkwoord zijn niet altijd hetzelfde. Ga bij gebruik van sexy ketchupfeest altijd uit van de STAM!

Mijn moeder ________ (verven) haar haren altijd zelf.

Verven - en = verv

De V staat NIET in sexy ketchupfeest

Mijn moeder is enkelvoud

Dus: Mijn moeder verfde haar haren altijd zelf.

Dit kan misleidend zijn. De ik-vorm is namelijk verf en de f zit wèl ik sexy ketchupfeest. Let dus goed op!