Op basis van de rubrics kan een leerling bijhouden welke vaardigheden op welk niveau zijn behaald. Er zijn meerdere portfolio applicaties, en zoals altijd zal de school een voorkeur hebben voor bepaalde functionaliteiten en op basis daarvan een geschikt portfolio kunnen uitkiezen. Ook kan een portfolio een onderdeel zijn van een ander pakket zoals een ELO.
Goede ervaringen zijn opgedaan door de volgende uitgangspunten te hanteren:
De leerling is zelf baas over zijn of haar portfolio. De leerling geeft zelf de behaalde niveaus aan en gaat met de docent-coach daarover in gesprek.
De leerling bepaalt het behaalde niveau niet alleen zelf. Door gebruik te maken van een zogenaamde 360-graden reflectie wordt een reële inschatting gegeven van het behaalde niveau. Het behaalde niveau wordt bepaald door wat de leerling zelf denkt dat hij/zij heeft behaald, plus de inschatting van andere leerlingen bijvoorbeeld uit de groep waarin met die leerlingen is samengewerkt, en de beoordeling van de docent.
De leerling bepaalt aan het begin van de opdracht waarin de vaardigheid wordt opgedaan het ambitieniveau, indien mogelijk op basis van het eerder behaalde resultaat.
In principe wordt voor elke les, waarin Digitale Geletterdheid aan de orde komt, bepaald aan welke vaardigheden uit welke DG-thema’s wordt gewerkt. Dat kunnen er meerdere zijn, maar in de praktijk blijkt dat een tweetal of drietal vaardigheden monitoren het beste werkt.
Door het SLO is een lijst van vaardigheden afgegeven voor de onderbouw van het VO. De rubrics hieruit kunnen gebruikt worden als basis voor eigen beschrijvingen van te behalen vaardigheidsniveaus: Rubrics_voor_algemene_vaardigheden_in_de_onderbouw